ING wilde het salaris van topman Ralph Hamers met 50 procent verhogen, met als argument dat er bij andere vergelijkbare bedrijven ook meer wordt betaald. Na felle kritiek werd dit voorstel teruggetrokken. En het argument is nu ook wetenschappelijk onderuit gehaald: er bestaat geen markt voor topbestuurders en kortetermijnbonussen kunnen averechts werken.
Dit is een van de conclusies uit het proefschrift van Manuel Lokin, advocaat bij Stibbe. Hij verdedigde vrijdag zijn proefschrift ‘De bezoldiging van Bestuurders van Beursgenoteerde Vennootschappen’ aan de Erasmus Universiteit.
De prikkel die door dergelijke bonussen gegeven wordt, stelt Lokin, zorgt ervoor dat bestuurders vaak focussen op de korte termijn (het behalen van hun targets, die recht geven op bepaalde bonussen). Dat gaat ten koste van de langetermijndoelstellingen.
Gezond verstand
Volgens Lokin kan men beter achteraf de prestaties van de bestuurders beoordelen. In dat geval kan er dan eerst bekeken worden hoe de onderneming ervoor staat. Commissarissen moeten, zo stelt hij, terug naar de basis en hun gezond verstand gebruiken, in plaats van kijken naar wat de concurrent betaalt. In het Financieele Dagblad pleit hij ervoor dat commissarissen de hoogte van het salaris, net als voor de opkomst van het economisch denken en de bijbehorende beloningsconsultants, baseren op de interne beloningsverhoudingen, de cultuur van het bedrijf en de persoon. Dan is er ook ruimte voor maatwerk: op het moment dat een bestuurder daadwerkelijk in de belangstelling staat van een ander bedrijf, kunnen commissarissen zijn salaris verhogen.
Bron: Erasmus Univeriteit, FD
