Kifid: Zorgplicht adviseur reikt verder dan moment van afsluiten

Kifid: Zorgplicht adviseur reikt verder dan moment van afsluiten
© Pixabay

In het kader van de zorgplicht mag een consument van de verzekeringsadviseur gedurende de looptijd van de verzekering een actieve en voortdurende bemoeienis verwachten. De zorgplicht reikt verder dan het moment van afsluiten van de verzekeringsovereenkomst. Dat meldt de Geschillencommissie van het Kifid in een bindende uitspraak na een klacht van een consument tegen de ABN AMRO-bank.

Nadat de partner (=verzekeringnemer) van de consument is overleden, ontvangt hun minderjarige kind een uitkering vanwege de overlijdensrisicodekking van de Meegroeiverzekering. Dit tot verrassing van de consument, die in de veronderstelling leefde dat hijzelf de begunstigde was. Deze aan een hypotheek gekoppelde verzekering was bedoeld om de hypotheek af te lossen en zo de maandelijkse hypotheeklasten te verlagen. De begunstiging aan het minderjarige kind leidt ertoe dat de uitkering niet met de fiscaalvriendelijke KEW-vrijstelling (Kapitaalverzekering Eigen Woning) kan worden gebruikt voor aflossing van de hypotheek.

De consument heeft zich bij hetKifid beklaagd over de nalatige en onjuiste advisering door ABN AMRO-bank, die als adviseur voor de verzekering optrad. Hij vindt dat de bank als adviseur haar zorgplicht gedurende de looptijd van de verzekering heeft verzaakt. Er was wel aandacht voor de overlijdensrisicodekking, maar zonder stil te staan bij de begunstiging en het probleem dat zou ontstaan bij voortijdig overlijden. De consument wil dat de bank zijn financiële nadeel vergoedt. De bank vindt dat het op de weg van de verzekeringnemer ligt om over gewijzigde omstandigheden, zoals een wijziging in de gezinssituatie, contact te zoeken met de adviseur om eventuele gevolgen voor hypotheek en verzekering te bespreken. De zorgplicht is niet geschonden volgens de bank. De consument en zijn partner hebben lopende de verzekering niet aangegeven dat ze de standaardbegunstiging wilden aanpassen.

Voortdurende bemoeienis
De Geschillencommissie oordeelt dat een adviseur niet alleen een zorgplicht heeft voorafgaand aan en bij het afsluiten van een verzekering. Ook gedurende de looptijd van een verzekering moet een adviseur periodiek nagaan of de verzekering nog passend is. En wanneer een adviseur op de hoogte is van feiten, die mogelijk tot aanpassing van de verzekering kunnen leiden, dan kan de adviseur niet stil blijven zitten.

In deze klacht had de adviseur in het adviesgesprek in 2011 niet alleen aandacht moeten hebben voor de situatie ‘bij leven van de partner en de consument’, maar ook voor de situatie die zou ontstaan bij voortijdig overlijden. Logischerwijs zou dan de begunstiging aan de orde zijn gesteld. Het ligt voor de hand dat de partner en de consument de begunstiging zouden hebben aangepast. De bank als adviseur zal het financiële nadeel, dat de consument ondervindt als gevolg van deze tekortkoming, deels moeten vergoeden.

Polisblad
Wel heeft de consument ook een eigen verantwoordelijkheid. De consument en zijn partner hadden al in 2012 op het polisblad kunnen zien dat hun minderjarig kind de tweede begunstigde was (na de partner van de consument als verzekeringnemer) en niet de consument zelf. De consument of zijn partner had met die kennis contact op kunnen nemen met de adviseur om de begunstiging van de verzekering aan te laten passen. Dat is niet gebeurd, waardoor de consument deels zelf schuldig is aan de situatie die is ontstaan na het overlijden van zijn partner. Deze nalatigheid van de consument leidt ertoe dat hij de helft van de schade zelf moet dragen.

Bron: Kifid

www.findinet.nl/newsletter/
Klik op de banner en ontvang de wekelijkse Nieuwsbrief van Findinet op proef.

 

GEEN REACTIES