Kifid: Consument moet schade door te hoge premie ORV zelf aantonen

Kifid: Consument moet schade door te hoge premie ORV zelf aantonen
© Pixabay

Na de opzienbarende uitspraak van vorig jaar juli over de zorgplicht voor verzekeringsadviseurs bij premiedaling ORV’s, heeft het Kifid bijna honderd nieuwe klachten ontvangen. In twee vandaag gepubliceerde zaken blijken ook hier de adviseurs tekortgeschoten in hun zorgplicht. Maar slechts in één zaak moet de adviseur een schadevergoeding betalen.

De twee klachtzaken gaan wederom over overlijdensrisicoverzekeringen die consumenten hebben afgesloten door tussenkomst van een financieel adviseur. De ene ORV is in april 2011 afgesloten via De Hypotheker Emmeloord. De verzekerde uitkering is 75.000 euro tegen een maandelijkse premie van 26,54 euro. De andere ORV is in december 2009 afgesloten via VLIEG Advies Groep. De verzekerde uitkering is 295.000 euro tegen een premie van 91,45 euro per maand.

Beide consumenten hebben zich in het najaar van 2018, na de uitzending van consumentenprogramma Kassa over de eerdere zaak, gewend tot hun financieel adviseurs. Zij stellen hen aansprakelijk voor de gemiste premiebesparing, omdat zij hen niet tijdig hebben geïnformeerd over de sterke premieverlagingen van ORV’s.

Beide financieel adviseurs zijn inderdaad tekortgeschoten in hun zorgplicht, concludeert de Geschillencommissie. De adviseurs hadden hun klanten moeten wijzen op de sterke premiedalingen in de levensverzekeringsmarkt. Maar om voor een schadevergoeding in aanmerking te komen, moet de consument aantonen dat hij daadwerkelijk schade heeft geleden. In de ene zaak slaagt de consument daar niet in. In de andere zaak heeft de consument daadwerkelijk een nieuwe ORV afgesloten tegen een aanzienlijke lagere premie.

Ontwikkelingen in de levensverzekeringsmarkt
Een consument mag van een redelijk bekwaam en redelijk handelend verzekeringsadviseur verwachten dat deze de belangen van de verzekeringnemers in het oog houdt. Dat brengt mee dat de verzekeringsadviseur verplicht is om periodiek aandacht te besteden aan de verzekeringen die hij in portefeuille heeft, aldus de Geschillencommissie.

Die verplichting is gegeven de aard van de verzekering en de omvang van de provisie beperkt. De adviseurs zelf vinden dat aan die beperkte zorgplicht is voldaan. Consumenten hebben algemene mailings ontvangen, er zijn meerdere contactmomenten geweest en ze zijn uitgenodigd voor een evaluatie van de klantsituatie of er is gesproken over de bestaande hypotheek.

Voor de Geschillencommissie is hiermee niet voldaan aan de beperkte zorgplicht. Vanwege de ontwikkelingen in de levensverzekeringsmarkt mogen consumenten van hun adviseur een meer actieve houding verwachten. De financiële adviseurs hadden deze consumenten expliciet moeten wijzen op de premieverlagingen van ORV’s in het algemeen. En ook de Wet op het financiële toezicht (Wft) verplicht financiële dienstverleners consumenten gedurende de looptijd van een overeenkomst te informeren.

Immers, voor een adequate beoordeling van een ORV speelt niet alleen de premie van de betreffende ORV een rol, maar ook de premieontwikkelingen van ORV’s in het algemeen. Voor zover informatie over deze ontwikkelingen vervolgens leidt tot een adviesgesprek, is het redelijk dat de financieel adviseur voor zo’n gesprek advieskosten in rekening brengt, aldus de Geschillencommissie.

Geen schadevergoeding
Het is vervolgens aan betrokken consumenten om aan te tonen dat zij als gevolg van het niet nakomen van de zorgplicht door de adviseur daadwerkelijk financiële schade hebben geleden. De ene consument slaagt daar wel in, de andere consument niet.

De verzekerde bij Hypotheker Emmeloord heeft geen actie ondernomen om zijn ORV aan te passen of over te sluiten sinds hij op de hoogte is van de premiedalingen ORV. Omdat niet is aangetoond dat deze consument zijn ORV kon aanpassen of oversluiten tegen een lagere premie, is niet vast te stellen of deze consument daadwerkelijk schade heeft geleden. Daarom kan van een schadevergoeding door De Hypotheker Emmeloord geen sprake zijn, beslist de Geschillencommissie.

De verzekerde bij VLIEG Adviesgroep is wel in actie gekomen. Hij heeft via een andere adviseur een nieuwe overlijdensrisicoverzekering bij Reaal gesloten en de oude afgekocht voor een bedrag van ongeveer € 3.000,-. De verzekerde uitkering bedraagt € 300.000,- de looptijd 20 jaar en de premie € 39,53 per maand. Consument vordert het premieverschil tussen de oorspronkelijke en de nieuwe ORV over de periode tussen december 2009 en oktober 2018, zijnde een bedrag van € 5.194,-

Berekening
Het daadwerkelijk te ontvangen schadebedrag berekent de Geschillencommissie als volgt: de door consument genoemde premiebesparing geldt ten onrechte voor de volledige looptijd; daarom wordt een correctie toegepast van 50%. De afkoopwaarde (€ 3000,-) wordt van het schadebedrag afgetrokken. Tot slot laat de Commissie meewegen dat de adviseur in de afgelopen jaren wel degelijk op verschillende momenten contact heeft gezocht met de consument en dat hij hem ook meerdere malen heeft uitgenodigd voor een algehele evaluatie van zijn financiële situatie. De Geschillencommissie begrijpt dat de consument aan dit laatste geen behoefte had (omdat er kosten aan verbonden zouden zijn) maar dat niettemin van Consument had mogen worden verwacht dat hij in ieder geval op één van de uitnodigingen van de adviseur was ingegaan. Daarom is de Commissie van oordeel dat een deel van de schade (25%) voor rekening van Consument dient te blijven. VLIEG Advies Groep moet € 942,- aan de betrokken consument vergoeden.

Beroep
De uitspraak GC 2019-623 over de klacht van een consument tegen De Hypotheker Emmeloord is bindend. De uitspraak GC 2019-625 over de klacht van een consument tegen VLIEG Advies Groep is niet-bindend. Vanwege het belang van deze uitspraken voor zowel de consumenten als de financiële dienstverleners heeft de Geschillencommissie bepaald dat voor beide partijen beroep mogelijk is bij de Commissie van Beroep.

Bron: Kifid

GEEN REACTIES