Kabinet legt bij knellende gevallen geen boetevrije herfinanciering op

Dijsselbloem: Het is beter te spreken van “vergoedingsrente” en zonder die rente zijn rentevastperiodes niet meer denkbaar.

Dat schrijft de minister in een brief aan de Tweede Kamer. Tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen vroeg Carola Schouten (ChristenUnie) aan het kabinet om banken te bewegen af te zien van een boeterente bij herfinanciering van hypotheken in situaties die knellen.

Dijsselbloem heeft met de banken gepraat, maar is tot de slotsom gekomen dat het niet redelijk zou zijn om met een regeling te komen die banken verplicht om onder bepaalde omstandigheden van de vergoedingsrente af te zien.

De minister legt in de brief uit dat banken bij het afsluiten van een hypotheek voor een langere periode financiering op de kapitaalmarkt heeft aangetrokken. “Indien een klant zonder vergoedingsrente zijn hypotheek zou oversluiten, heeft de bank nog steeds dezelfde verplichtingen en zijn de kosten van de wijziging in de rente in de hypotheekvoorwaarden voor de bank.” Die verliezen kunnen de banken niet nemen en zij hebben duidelijk gemaakt dat zij zonder vergoedingsrente geen rentevastperiodes meer kunnen aanbieden. “Klanten zullen immers de hypotheek willen herfinancieren als de marktrente daalt en vasthouden aan de afgesproken rente als de marktrente stijgt. Een rentevastperiode is in dat geval altijd ongunstig voor de bank.

In de brief gaat de minister uitgebreid in op de maatregelen die getroffen zijn om ‘onder water huishoudens’ tegemoet te komen. Ook wijst hij op de maatregelen die genomen zijn om deze problemen in de toekomst zoveel mogelijk te voorkomen. Tenslotte wijst Dijsselbloem op de activiteiten van de afdelingen bijzonder, actief en intensief beheer van geldverstrekkers en de NHG.

108.000 huishoudens met betalingsachterstand

Hij geeft aan dat momenteel ruim 108.000 huishoudens een betalingsachterstand hebben op de hypotheek. “Hierbij kan aanvullend worden opgemerkt dat de stijging van het aantal betalingsachterstanden afvlakt en het percentage betalingsachterstanden gerelateerd aan het aantal uitstaande hypotheken relatief laag is. (…)Het aantal klanten dat herstelt van een betalingsachterstand van langer dan 3 maanden ligt overigens vrij hoog, namelijk op 70% volgens de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB). Ook voor de resterende gevallen is het uiteindelijk niet in het belang van de bank om een gedwongen verkoop te forceren, zeker niet als er sprake is van een significante restschuld. Dit blijkt ook uit de cijfers van het Kadaster over executieveilingen. Ondanks het in absolute termen hoge aantal betalingsachterstanden werden in de eerste helft van 2014 ongeveer duizend woningen middels een executieveiling verkocht.”

GEEN REACTIES