Kabinet komt met plan voor belastingheffing box 3

Kabinet komt met plan voor belastingheffing box 3

Naar aanleiding van een uitspraak van de Hoge Raad eind 2021 komt het kabinet nu met een voorstel voor een nieuwe vorm van belastingheffing in box 3. Nadat de Hoge Raad heeft geoordeeld dat het heffen van belasting over een fictief rendement op vermogen niet is toegestaan, wil het kabinet nu belasting gaan heffen over het werkelijke rendement op spaargeld en beleggingen. De nieuwe belastingheffing zou in 2025 in moeten gaan.

Eerlijker systeem

Het is de bedoeling dat de manier van belasting heffen eerlijker wordt. Staatssecretaris Van Rij van Financiën: “Vermogen is jarenlang op een verkeerde manier belast. Mensen met spaargeld betaalden hierdoor te veel belasting, terwijl bezitters van onroerend goed door de sterke huizenprijsstijgingen juist te weinig betaalden. Er komt daarom vanaf 2025 een nieuw systeem waarbij we belasting gaan heffen over het rendement wat mensen werkelijk hebben behaald. Natuurlijk gaan we ook het verleden rechtzetten, al is daar geen ideale oplossing voor. Alle opties die zijn onderzocht hebben naast voordelen ook nadelen. Dit betekent dat we de komende tijd nog lastige keuzes moeten maken.”

Compensatie te veel betaalde belasting

In de jaren 2017 tot met 2020 hebben veel mensen te veel belasting betaald doordat bij de heffing in box 3 werd uitgegaan van een fictief rendement op spaargeld en beleggingen. Zo’n 60.000 mensen hebben hier bezwaar tegen gemaakt. Deze groep zal hiervoor gecompenseerd worden. Het kabinet heeft nog niet besloten of ook de andere gedupeerden geld terug krijgen.

Er zijn twee manieren uitgewerkt waarop het te veel betaalde berekend zal kunnen worden. In het ene geval zal de actuele spaarrente het uitgangspunt zijn voor de heffing over spaargeld. Voor schulden zal gekeken worden naar de hypotheekrente en voor beleggingen nog steeds naar een meerjarig gemiddeld rendement. Een andere optie is om te kijken naar de gemiddelde rendementen voor spaargeld en beleggingen in een jaar. Welke optie het kabinet gaat kiezen, is nog niet bekend.

Tijdelijke overbrugging

Het is de bedoeling dat het nieuwe systeem van belastingheffing in box 3 per 1 januari 2025 ingaat. Voor de tussenliggende jaren overweegt het kabinet verschillende opties. Zo zou er een systeem kunnen komen dat vergelijkbaar is met een van de twee varianten die voor de compensatie van eerdere jaren uitgewerkt zijn. Een andere optie is een vorm van vermogensbelasting in te voeren. Dit lijkt echter te veel op het oude systeem dat niet meer toegestaan is.

Nieuwe belastingheffing in box 3

Het is de bedoeling dat met ingang van 1 januari 2025 het werkelijke rendement op spaargeld en beleggingen belast gaat worden. Het kabinet maakt daarbij onderscheid naar twee systemen: een vermogensaanwasbelasting en een vermogenswinstbelasting. In het geval van een vermogensaanwasbelasting vindt belastingheffing jaarlijks plaats op basis van inkomsten zoals rente, dividend en huur en de ongerealiseerde waardeontwikkeling van vermogensbestanddelen zoals de waardeverandering van onroerend goed.

In het geval van vermogenswinstbelasting vindt de belastingheffing over de inkomsten ook jaarlijks plaats, maar wordt de waardeontwikkeling van de vermogensbestanddelen pas belast op het moment van verkoop. In dat geval is er dus sprake van uitgestelde belasting, waarbij de belastingbetaler soms een groot bedrag ineens moet betalen. Het kabinet geeft de voorkeur aan de vermogensaanwasbelasting, onder andere omdat dit makkelijker uitvoerbaar is en minder administratieve rompslomp oplevert.

Bij een vermogensaanwasbelasting kan het echter wel voorkomen dat iemand belasting moet betalen zonder dat er daadwerkelijk inkomsten zijn geweest. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen als iemand een tweede woning heeft maar deze niet verhuurt. Stijgt de woning in waarde, dan zal er afgerekend moeten worden met de belastingdienst. Het kabinet geeft aan met dit soort situatie rekening te houden bij de verdere uitwerking van de plannen.

De kosten

De kosten voor de compensatie voor de jaren 2017-2022 hangen sterk af van de variant die gekozen wordt en de doelgroep die uiteindelijk de compensatie krijgt. Het kabinet gaat uit van 3,5 miljard in het voor het kabinet gunstigste geval als alleen de mensen die bezwaar hebben gemaakt, geld terug krijgen. Krijgen alle belastingbetalers het te veel betaalde terug, dan kunnen de kosten oplopen tot 11,7 miljard euro. Hoeveel inkomsten de overheid vanaf 2025 uit de box 3-belasting zal ontvangen, hangt af van de gekozen methodiek en belastingpercentages.

Bron: Ministerie van Financiën

GEEN REACTIES