Het integriteitsverhaal in het SNS Reaal-rapport

De misstanden bij Bouwfonds, malversaties bij Property Finance en integriteitskwesties bij SNS: hoe je van andermans fouten kan leren.

Niet alleen in de ABN AMRO-tijd was er veel mis binnen en rond Bouwfonds. Ook in de tijd dat de financiële wereld uitstraalde alles te doen aan een excellente bedrijfsvoering werd het minder nauw genomen met de regels van wetgever en fatsoen.

Vanaf pagina 210 schenken Rein Jan Hoekstra en Jean Frijns op een bijzonder lezenswaardige manier ‘aandacht aan integriteitskwesties’. Een verhaal dat begint met Willem Endstra en Klaas Hummel en eindigt met de manier waarop de SNS-top buiten DNB om het contract van de omstreden directeur van Property Finance verlengde. Voer voor integriteitsbewakers van financiële organisaties en alle andere medewerkers.

Enkele citaten:

Endstra

Endstra en Bouwfonds waren tot elkaar veroordeeld. De Amsterdamse vastgoedhandelaar had

een forse, openstaande kredietfaciliteit. Er was nog een reden waarom Bouwfonds niet wilde overgaan naar een straffere aanpak van Endstra. ABN Amro, toen nog eigenaar van Bouwfonds, bleef namelijk zaken doen met Endstra.

De Vlieger

2001 had Endstra met twee zakenpartners de voormalige Britse luchtmachtbasis Lahrbruch gekocht. Een van deze partners was de Amsterdamse zakenman Erik de Vlieger. De Vlieger stond aan het hoofd van een zakenimperium dat bijna tweehonderd besloten vennootschappen omvatte. Zijn vastgoedactiviteiten waren ondergebracht in IMCA Vastgoed, een relatie van Bouwfonds.

Bouwfonds had inmiddels de toets aangescherpt om klanten met een dubieuze achtergrond op te sporen en uit het klantenbestand te verwijderen. De toets controleerde klanten onder andere op nauwe banden met Endstra. Bij De Vlieger had de toets gehaperd, vertelde Bouwfonds in januari 2005 in een gesprek met De Nederlandsche Bank. Bouwfonds beriep zich op overmacht.

Al het mogelijke was gedaan om dit te voorkomen, maar zelfs met ‘alle strikte procedures’ kon Bouwfonds ‘geen garanties’ geven. Uit de reconstructie in het boek De val van SNS Reaal. Hoogmoed, het snelle geld en blinde ambitie komt overigens het beeld naar voren dat Bouwfonds met een zekere gretigheid zaken deed met twijfelachtige klanten.

Holleeder

De overname van IMCA door een nieuwe eigenaar werd gefinancierd door Bouwfonds. De commercieel directeur van de IMCA Groep B.V. was een oud-medewerker van Bouwfonds. Hij wist dus de weg binnen Bouwfonds goed te vinden. De overname lukte mede dankzij zijn inzet.

Voor de overname van de IMCA Groep B.V. moest een due diligence-onderzoek worden uitgevoerd. Tot verrassing van DNB kwam daarin de naam van ‘topcrimineel Willem Holleeder’ naar boven. DNB constateerde dat het uitgevoerde onderzoek ontoereikend was geweest, maar nam geen maatregelen, omdat Bouwfonds al had aangekondigd zelf maatregelen te nemen.

Overname Property Finance; geen oog voor integriteit of risicobeheer

Het toezichtteam SNS Reaal van DNB formuleerde eind augustus 2006 een aantal ‘aandachtspunten’ bij de overname van Bouwfonds/PF. De lijst telde tien onderwerpen, zoals de aansturing van Property Finance, het tijdschema, de financiering. Eén van de tien onderwerpen had betrekking op integriteit en risicobeheer. Dit speelde met name bij klanten van Bouwfonds met een twijfelachtige reputatie.

Van de lijst van negentien klanten ‘met een verhoogd reputatierisico’ zijn er twaalf achtergebleven (carved out) bij ABN Amro, waaronder Hummel en Endstra. Deze twaalf waren goed voor een leningenportefeuille van 48,8 miljoen euro. SNS Reaal kreeg te maken met zeven klanten met een dubieuze achtergrond die voor 160 miljoen euro aan leningen bij Property Finance hadden uitstaan.

Organisatie integriteit en risicobeheer bij SNS Reaal

In de loop van 2005 voerde DNB een onderzoek uit bij vijf bancaire instellingen naar de opzet en met name de werking van ‘het beheersingskader inzake CDD’. De uitkomsten van het onderzoek waren ‘uiterst teleurstellend’. Vier banken scoorden op een vierpuntsschaal (sterk, toereikend, ontoereikend, zwak) ‘ontoereikend’. De vijfde, SNS Reaal, eindigde met ‘zwak’ onderaan.

Op 20 juli 2006 trok SNS Reaal het boetekleed aan en gaf verschillende mogelijkheden aan om haar organisatie op dit vlak verder te versterken, onder andere door de nieuwe inrichting van een afdeling Compliance en operationeel risico, en de uitrol van een integriteitsprogramma voor de beheersing van de integriteits- en compliance risico’s.

De realisatie liet op zich wachten. Op 10 oktober 2006 berichtte SNS aan DNB dat het Integriteitsprogramma was uitgewerkt in een programmaplan. Het plan bevatte een flink aantal open einden. Al spoedig stagneerde het project. Op 19 maart 2007 bleek dat de raad van bestuur het integriteitsprogramma nog steeds niet had vastgesteld. En ook op 4 oktober 2007 was de raad nog niet zo ver. Op 22 juli 2008 stelde de toezichthouder vast dat weliswaar sprake was van plannen, maar het ontbrak aan implementatie.
Pas op 12 april 2010 lag een blauwdruk klaar voor de nieuwe afdeling Compliance, Fraudebeheersing, Veiligheidszaken, ORM [operationeel risicomanagement]. Met de komst van deze nieuwe organisatie zou SNS Reaal veel effectiever kunnen optreden op dit vlak.

Inmiddels was de compliance officer vertrokken. Op 1 mei 2010 trad een nieuwe compliance officer aan, die alleen enkele wijzigingen in het managementteam doorvoerde. De blauwdruk bleef grotendeels intact.

Vermoedens van fraude bij Property Finance

In het periodieke gesprek van DNB met SNS Property Finance op 15 december 2010 kwam aan de orde dat er een intern onderzoek was gedaan naar mogelijke belangenverstrengeling bij inhuur van externen.

Uit dat onderzoek zou blijken dat er geen aanwijzingen waren die duidden op integriteitskwesties. Wat DNB op dat moment niet wist was, dat de beschuldigde naast de toenmalige directeur aan tafel zat en dat het onderzoeksrapport pas op 30 december 2010 gereed zou zijn. Men liep dus vooruit op de uitkomsten van het onderzoek.

Op 11 januari 2011 besloot DNB in te stemmen met de benoeming van Groenhof tot titulair directielid van Property Finance. De bekendmaking van de benoeming leidde tot nieuwe meldingen binnen PF over integriteitsschendingen door deze persoon. Het was de vierde keer dat de compliance officer van Property Finance signalen kreeg dat het betrokken directielid niet integer zou handelen. Wederom volgde een (intern) onderzoek op grond waarvan werd geconcludeerd dat er geen concrete aanwijzingen voor niet-integer handelen waren.

Op 18 februari 2011 besprak DNB de signalen met de directeur van Property Finance in een telefoongesprek. Bij dat gesprek was wederom de beschuldigde aanwezig. Daarvan was DNB vantevoren niet op de hoogte. DNB drong weliswaar aan op een (intern) vervolgonderzoek, maar de uitkomst was dat de betrouwbaarheid van de desbetreffende bestuurder niet ter discussie kwam te staan.

In dezelfde periode, op 24 maart 2011, ontving DNB een melding van Property Finance. Er waren twijfels gerezen over de integriteit van een aantal klanten. Een aanvullende onderzoek zou zich richten op mogelijke betrokkenheid van (oud-) senior medewerkers van SNS Property Finance

De bevindingen van de (deel)onderzoeken werden voorgelegd aan de advocaat van SNS Reaal die een aantal handelingen als ‘ongebruikelijk’ en op z’n zachtst gesproken ‘opmerkelijk’ kwalificeerde. Toch adviseerde hij SNS Reaal om geen melding te maken van deze transacties in het kader van de Wet ter voorkoming van het witwassen en financieren van terrorisme.

Aangifte bij de FIOD

Op 18 juli 2012 legde een oud-medewerker van Property Finance een verklaring af bij de FIOD en deed aangifte wegens ‘leegroven’ tegen de bewuste bestuurder. Twee dagen later berichtte de FIOD De Nederlandsche Bank over de aangifte.

Op 7 augustus 2012 overlegde DNB met de FIOD. De volgende dag trok de directie van DNB de conclusie dat de betrouwbaarheid en de integriteit van de betrokken bestuurder niet langer buiten twijfel stonden. Nog dezelfde dag nam DNB hierover contact op met de voorzitter van de raad van bestuur, Latenstein. Deze heeft toen nadrukkelijk aan DNB geraagd of de betrokken bestuurder direct weg moest of dat gezamenlijk richting eind september kon worden gewerkt aan een zachte landing. Na dit gesprek heeft hij dit alles direct besproken met de raad van bestuur en zijn naar zijn zeggen de benodigde acties in gang gezet.

Nieuw contract

In augustus 2012 werden de uitkomsten van weer een nieuw intern onderzoek bekend bij Property Finance. De klachten die in de aangifte naar voren waren gebracht over de betrokken bestuurder, misten volgens de onderzoekers van SNS Reaal feitelijke grondslag. Er waren ook geen schriftelijke bewijzen te vinden: ‘hierdoor zijn er voor Compliance onvoldoende aanknopingspunten voor nader onderzoek’. Wel adviseerden de onderzoekers om de betrokken bestuurder te laten meewerken aan een onafhankelijk onderzoek naar zijn persoonlijke financiële boekhouding. De betrokken bestuurder zou op 4 september 2012 laten weten of hij hiertoe bereid was. De dag daarvoor was er een gesprek tussen DNB en SNS Reaal, medewerkers van de afdeling Compliance en een jurist. In dat gesprek kreeg DNB te horen dat de betrokken bestuurder een nieuw contract had gekregen van SNS Reaal. Hij had het contract inmiddels getekend. Het nieuwe contract zou hem tot 1 januari 2016 aan Property Finance binden. Zijn oude contract liep tot 1 januari 2013.

Om de tuin geleid

De Nederlandsche Bank kwam er beetje bij beetje achter dat ze om de tuin was geleid over de contractverlenging met de betrokken bestuurder. Het bleek dat deze al op 11 juli 2012 een contract had ondertekend met een verlenging van drie jaren als titulair directeur. Na de aangifte bij de FIOD had Property Finance besloten om het contract om te zetten in een verlengde aanstelling als strategisch adviseur. Dit om een eventuele (her)toetsing door De Nederlandsche Bank te voorkomen. De toezichthouder toetst immers geen adviseurs. In het nieuwe contract was een riante beëindigingsregeling opgenomen.

Lees het hele verhaal op de pags 210 t/m 221

GEEN REACTIES