(Findinet) Herman Kappelle over pensioenzekerheid

De deelnemer die kiest voor zekerheid moet het

recht krijgen om te kiezen voor een pensioenopbouw die zekerheid biedt.

Prof. mr. Herman Kappelle reageert op de uitspraak van Pensioenfederatie-topman Gerard Riemen dat de pensioenconsument maar wennen aan onzekerheid. “Een vliegtuigmaatschappij geeft je bij het instappen ook geen garantie dat je niet zult neerstorten!

Kappelle erkent dat er geen ‘niet-neerstort-garanties’ bestaan. “Maar als ik ga vliegen kies ik liever voor de KLM, die op het gebied van veiligheidsbeleid meer doet dan de wettelijk voorgeschreven minimale eisen, dan voor een maatschappij die lager op de veiligheidsladder staat. En die vergelijking gaat wat mij betreft ook op bij de keuze van pensioenregeling en pensioenuitvoerder. Het is een groot verschil tussen de zekerheid die een verzekeraar en een pensioenfonds moet bieden. Bij een pensioenfonds heeft de deelnemer in het huidige stelsel 97,5% zekerheid dat zijn aanspraak wordt gehonoreerd, bij een verzekeraar is dat 99,5%. Een pensioenfonds dat in het nieuwe stelsel zachte rechten gaat aanbieden, biedt nog minder zekerheid. AEGON is van mening dat iedere pensioendeelnemer als die dat wenst een zekerheid geboden moet kunnen worden van 99,5%. Los van de vraag of die regeling wordt uitgevoerd door een pensioenfonds of een verzekeraar.”

“Wij hebben in een position paper dat wij naar het ministerie van Sociale Zaken en de Tweede Kamer aangegeven dat naar onze mening alle individuele deelnemers binnen hun pensioenregeling – op een zelfgekozen moment – moeten kunnen kiezen voor een regeling met harde garanties. Ter voorkoming van

misverstand, daarmee bedoelen we een zekerheid van 99,5%. Wij pleiten ervoor dat die mogelijkheid die wij de werktitel Zekerheidspensioen hebben meegegeven, bij wet moet worden vastgelegd. .

Dat geldt zowel voor verzekeraars als voor pensioenfondsen. Zo vinden wij dat ook een deelnemer aan een verplicht gestelde collectieve regeling niet belet mag worden voor die zekerheid te kiezen.”
Eens in de 200 jaar

We praten eigenlijk over een verschil van 2%. “Dat is het geval in de bestaande regelingen”, beaamt Kappelle. “Maar als het Pensioenakkoord vertaald wordt in wetgeving, krijgen pensioenfondsen de mogelijkheid om meer nog dan nu het geval is de risico’s van tegenvallende beleggingsresultaten bij de deelnemers neer te leggen. En dat verschil van 2% is er één van dag en nacht. Bij een zekerheid van 97,5% zal een pensioenuitvoerder gemiddeld één keer in de veertig jaar niet aan zijn verplichtingen kunnen voldoen, wat wil zeggen dat iedere werknemer het waarschijnlijk tijdens zijn werkzame leven zal meemaken. Een zekerheid van 99,5% betekent daarentegen dat een pensioenuitvoerder gemiddeld één keer in de tweehonderd jaar.”

Gelijk speelveld

“Het is voor werkgevers en werknemers van groot belang dat ook verzekeraars het nieuwe ensioencontract kunnen uitvoeren. Anders worden werkgevers en werknemers beperkt in hun keuzemogelijkheden, zowel bij de invulling van hun pensioencontract als in de uitvoering daarvan. Het zou voor een werkgever die een collectieve pensioenregeling heeft, qua mate van zekerheid niet mogen uitmaken of hij diezelfde regeling (dus met dezelfde zachte en harde rechten) onderbrengt bij een pensioenfonds of een verzekeraar.

Lees het volledige interview in het vakblad Branche in Beweging, dat u hier gratis kunt downloaden

GEEN REACTIES