Flexibele AOW is goed mogeljk

Flexibele AOW is goed mogelijk
© Px

De invoering van de mogelijkheid om de AOW individueel enkele jaren eerder of later te laten ingaan, leidt op korte termijn tot hogere AOW-uitgaven, maar op langere termijn dalen die weer. De maatregel leidt naar verwachting tot een daling van de werkgelegenheid met 0,1% op lange termijn.

Dit meldt het Centraal Planbureau. Het CPB onderzocht de effecten op de werkgelegenheid en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op verzoek van Kamerlid dhr. N. Klein, initiatiefnemer van het wetsvoorstel ‘Flexibele ingangsdatum AOW’.

Dit wetsvoorstel gaat ervan uit dat de AOW-uitkering maximaal twee jaar eerder tot vijf jaar later kan ingaan. Bij vervroegde opname geldt als voorwaarde dat men vanaf de AOW-leeftijd structureel voldoende inkomen heeft, minstens gelijk aan 70% van het minimumloon (d.w.z. alleenstaandennorm AIO). Wie vervroegd opneemt, ontvangt tot de AOW-leeftijd compensatie voor de verschuldigde AOW-premie over de AOW-uitkering.

De inschattingen voor de mate waarin het AOW-pensioen eerder of later zal ingaan, is met onzekerheid omgeven. Vervroegde ingang van de AOW zal naar verwachting vaker gekozen worden dan uitgestelde ingang van de AOW.

Na verloop van tijd zal het effect van de lagere uitkering van de groep die
eerder opneemt een toenemende rol gaan spelen en op de lange termijn zullen
de AOW-uitgaven circa 0,2 mld euro (geschaald naar de uitkeringsniveaus van 2017) lager zijn. Hier tegenover staan hogere rentelasten, doordat de uitbetaling van de AOW gemiddeld naar voren schuift. De schuif in de AOW-uitgaven, inclusief de doorwerking naar de rente, heeft per saldo geen effect op de houdbaarheid van de overheidsfinanciën vanwege de actuariële neutraliteit.

Eerdere of latere opname kan gepaard gaan met wijzigingen in het beroep op de
overige sociale zekerheidsregelingen of inkomensafhankelijke toeslagen. En naar voren halen of uitstellen van AOW zal in veel gevallen een substituut zijn voor het naar voren halen of uitstellen van aanvullend pensioen, dus de budgettaire doorwerking op deze regelingen is per saldo waarschijnlijk beperkt.

De maatregel heeft via de werkgelegenheid wel enig effect op de houdbaarheid van
de overheidsfinanciën. Door de invoering van een flexibele ingangsdatum van de
AOW verwatert naar verwachting het normerende effect van de verhoging van de
AOW-leeftijd op de uittreedleeftijd.

Het effect van de maatregel op de werkgelegenheid is op lange termijn bijna -0,1%.
Deze daling van de werkgelegenheid leidt tot een afname van het houdbaarheidssaldo met ruim 0,1 mld euro.

De maatregel zou volgens het CPB op zijn vroegst in 2019 kunnen worden ingevoerd.

Bron: CPB

GEEN REACTIES