(Findinet) Eigen woning belasten in box 3

De CSED, een onafhankelijke commissie binnen de SER, wil een volledige hervorming van de woningmarkt. De commissie stelt voor om de eigen woning te belasten in box 3 Vrijgesteld wordt de eerste 200.000 euro van de woningwaarde met aftrek van hypotheekschuld. Met een dergelijke hervorming – zo is de redenering – wordt de fiscale bevoordeling van de woonconsumptie ingeperkt in ruil voor belastingverlaging. Er moesten garanties voor lage inkomensgroepen blijven om tenminste op een behoorlijk kwaliteitsniveau te kunnen wonen en mildere effecten op de huizenprijzen resulteren. De overdrachtsbelasting wordt in dit plan afgeschaft.

Het CSED bestaat uit Kees Goudswaard (voorzitter), Arnoud Boot, Lans Bovenberg, Harry Garretsen, Hugo Priemus, Leo Stevens, Job Swank, Coen Teulings en Pieter Winsemius. Werkgevers- en werknemersorganisaties en de kroonleden hebben geen betrokkenheid gehad bij de opstelling van het rapport.Download hier het rapport

Knelpunten

De huidige woningmarkt kenmerkt zich door een groot aantal knelpunten. Er is sprake van woningtekorten, sterk gestegen huizenprijzen, een kloof tussen de huur- en de koopsector en lange wachtlijsten voor sociale huurwoningen. In verhouding tot het bbp heeft Nederland de hoogste hypotheekschuld van Europa, mede als gevolg van de fiscale stimulans om de eigen woning te financieren met vreemd vermogen. Dit betekent een onnodig groot financieel risico voor huishoudens en een onnodig groot beslag op de schatkist.

Op basis van haar knelpuntanalyse komt de CSED tot de volgende uitgangspunten voor een nieuwe woningmarkt:

De woonlastenondersteuning moet volgens de CSED eigendomsneutraal zijn, wat betekent dat deze voor alle lagere inkomensgroepen moet gelden, ongeacht of ze een huur- of koopwoning hebben. De huidige huurtoeslag wordt daarom omgevormd tot een eigendomsneutrale woontoeslag. De hoogte van de toeslag is afhankelijk van het huishoudinkomen, niet van de hoogte van de huur.

De commissie bouwt lange termijnen in – een aankondigingstermijn van 5 jaar en een transitieperiode van 25 jaar – om de woningmarkt zo weinig mogelijk te verstoren.

Het Centraal Planbureau heeft berekend dat de plannen een prijsdaling veroorzaken van 5 à 10 procent. Volgens de CPB-berekeningen is er in het eindbeeld een positief volume-effect: de woonconsumptie zal per saldo toenemen, wat goed is voor de bouwsector.

In het eindbeeld zijn volgens de commissie de koopkrachteffecten van de voorgestelde hervormingen voor vrijwel alle huishoudens positief. "Vanwege de grotere dynamiek en doorstroming op de woningmarkt zullen de gevolgen voor de werking van de arbeidsmarkt gunstig zijn. Schattingen van het CPB laten zien dat de welvaart als gevolg van deze hervormingen uiteindelijk structureel toeneemt met ongeveer een half tot één procent van het bbp."

GEEN REACTIES