Starters die in het eerste halfjaar van 2016 een eerste koophuis kochten, brachten gemiddeld €27.315 aan eigen inleg mee. Een stijging van ruim €2.500 ten opzichte van de eigen inbreng van starters in 2014. Dit blijkt uit een onderzoek van eyeOpen.nl naar de positie van starters in de woningmarkt.
De stijging is te verklaren door een combinatie van drie factoren. Door de herstellende woningmarkt stijgen de woningprijzen landelijk met gemiddeld 5,6%. Omdat starters het liefst een zo laag mogelijk hypotheekbedrag willen lenen om de maandlasten te beperken, betalen starters vaker een groter gedeelte van de woning uit eigen middelen.
Tweede oorzaak is de toegenomen studieschuld. De gemiddelde starter heeft een studieschuld van gemiddeld €4.550. De oud-studenten kunnen hierdoor een minder hoog hypotheekbedrag lenen van de bank.
De laatste reden is dat woningkopers minder geld kunnen lenen van de bank. In 2015 kon nog 103% van de woningwaarde geleend worden, in 2016 bedraagt de maximale hypotheek nog 102% van de woningwaarde. Bijkomende kosten, zoals de overdrachtsbelasting en notariskosten, zullen daarom voor een groter deel zelf gefinancierd moeten worden.
(eyeopen)
