Doorstart na faillissement en uitlooprisico claims made verzekering

Verzekeraar had moeten wijzen op het ontbreken van uitloopdekking en een aanbod moeten doen om die dekking te realiseren.

Het is geen alledaagse zaak en de maatschappelijke belangen zijn niet gemiddeld. Toch is deze uitspraak van de voorzieningenrechter Midden-Nederland belangwekkend.

Centraal staat een (beroeps)aansprakelijkheidsverzekering op basis van claims made. Dit houdt in dat dekking wordt verleend voor aanspraken gedurende de looptijd van de verzekering, voor zover deze zijn ingediend gedurende de looptijd. Claims die binnenkomen na afloop van de verzekering vallen niet onder de dekking.

In dit geval gaat het om het indertijd zeer negatief in de publiciteit gekomen Ruwaard van Puttenziekenhuis in Spijkenisse. Het ziekenhuis ging failliet en maakte een doorstart als onderdeel van een andere stichting. Conform de polisvoorwaarden eindigde de beroepsaansprakelijkheidsverzekering door het faillissement. Het ziekenhuis maakte een doorstart en de nieuwe entiteit sloot bij dezelfde verzekeraar eenzelfde aansprakelijkheidsverzekering (zelfde voorwaarden en prijs) af.

De curatoren in het faillissement willen als het ware een uitspraak die erop neerkomt dat sprake is van een doorlopende dekking, waardoor de nieuwe polis ook de claims dekt die na datum faillissement zijn binnengekomen. Verzekeraar wijst dat af: de verzekering eindigde op de dag waarop het faillissement werd uitgesproken en de claims ingediend na de faillissementsdatum zijn niet verzekerd.

De rechter gaat daarin mee, maar vindt dat verzekeraar voor het ontbreken van uitloopdekking had moeten waarschuwen. Een rol in die overweging is weggelegd voor de handleiding Aansprakelijkheidsverzekering op basis van claims made uit juli 2010. In die handleiding is een aantal aandachtspunten bij oversluiten opgenomen, zoals:

Op welke wijze is te regelen dat de nieuwe en oude verzekering op elkaar aansluiten, zodat er geen ‘gat’ in de dekking is? Verzekeraar Medirisk voelde echter niets voor het meenemen van het inlooprisico. Gezien de reputatie van het ziekenhuis lag het voor de hand dat er nog tal van claims waren te verwachten. Het is hetzelfde als het verzekeren van een brandend huis, betoogde Medirisk, en ook zou er een aanzuigende werking van het faillissement uitgaan op de claims.

En waarom, zo redeneerde, rust op ons een waarschuwingsplicht? We hebben hier te maken met curatoren, juristen dis, die heel goed in staat zijn om een polis te lezen.

Het argument dat het maatschappelijk onwenselijk is dat medici gedurende een zekere periode onverzekerd hun werk deden, vond begrip bij de verzekeraar. “Maar daar staat tegenover dat wij dienen te waken voor de (continuïteits)belangen van onze eigen leden. Het wordt steeds lastiger om medische beroepsaansprakelijkheid te verzekeren. MediRisk acht zich daarom gehouden haar grenzen als verzekeraar duidelijk te stellen en te bewaken.

Desondanks oordeelt de rechter niet alleen dat de verzekeraar moet gaan onderhandelen met de curatoren over het uitlooprisico. Maar zelfs dat zij een aanbod moet doen. Wel mag Medirisk in de premiebepaling rekening houden met factoren die zich vóór het aflopen van die termijn hebben voorgedaan.

Verzekeraar wordt zelfs in deze uitzonderlijke zaak dus verplicht een aanbod voor het inlooprisico te doen. Het ligt dan ook voor de hand dat met deze verplichting en de waarschuwingsplicht in vrijwel alle gevallen ernstig rekening gehouden moet worden.

Het volledige vonnis

GEEN REACTIES