Van Ewijk: Verminder ongunstige effecten van de doorsneepremie

In sommige publicaties domineert het generatieconflict en daardoor bestaat het gevaar dat wordt vergeten waar het echt om gaat in een goed pensioenstelsel. Een interview.

.”We bezitten nog steeds een van de mooiste pensioenstelsels ter wereld”, zegt Casper van Ewijk, onder meer algemeen directeur van Netspar. “En iedereen heeft er baat bij dat het een goed stelsel blijft, jongeren en ouderen. Het generatieconflict maakt nog eens duidelijk dat deelnemers al snel het gevoel hebben dat anderen meer uit de pot krijgen dan zijzelf. Dat is een verdelingsdiscussie en die wordt al door alle jaren heen gevoerd. In dat kader wordt weleens vergeten dat een collectieve pensioenvoorziening niet zomaar een potje geld is. Daarin zitten allerlei waardevolle elementen zoals de diverse verzekeringsaspecten voor de deelnemer en de nabestaanden. We moeten ervoor waken dat we door het verdelingsgevecht straks niet het kind met het badwater weggooien.”

Naast de solidariteit die het stelsel kenmerkt hecht Van Ewijk grote waarde aan het collectieve karakter. “Het is een feit dat mensen individueel niet altijd de beste beslissing nemen op financieel gebied. Kijk naar het buitenland en dan zie je dat bij individuele systemen mensen verkeerd hebben belegd of onvoldoende hebben gespaard. Dat heeft tot grote rampen geleid.”

Stelsel flexibiliseren

Daarom, benadrukt Casper van Ewijk, is het beter om ons te concentreren op de vraag hoe we stelsel zo goed mogelijk kunnen inrichten. Want hij volstaat niet met het tellen van de zegeningen van het bestaande pensioensysteem. “Er zijn veranderingen nodig om het stelsel in lijn te brengen met de huidige arbeidsomstandigheden en ook met de veranderde consumentenvraag. “Mensen willen meer zekerheid over de hoogte van het te verwachten pensioen. We zullen duidelijker moeten aangeven op welke bedragen zij in elk geval kunnen rekenen. En omdat pensioen een arbeidsvoorwaarde is, is de pensioenwereld verplicht mee te gaan met de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Dat betekent dat het pensioen flexibeler moet worden en dat pensioenuitvoerders meer maatwerk moeten gaan bieden. De arbeidsstructuur waarbinnen het stelsel historisch bedoeld was, bestaat niet meer.`

Waar denkt Van Ewijk concreet aan?

“Aan een systeem dat zowel in de opbouw- als uitkeringsfase flexibel is. Waarom zouden jongeren maand in maand uit de volle premie moeten betalen als ze een deel van dat geld hard nodig hebben voor andere zaken, zoals bijvoorbeeld het kopen van een eigen woning? Iemand zou de kans geboden kunnen worden om op een bepaald moment iets minder op te bouwen. In de uitkeringsfase gaan we nu van uit dat een gepensioneerde gedurende zijn verdere leven elk jaar aan dezelfde uitkering behoefte heeft. De praktijk is doorgaans anders. Bij het stijgen van de leeftijd neemt de consumptiebehoefte af. De behoefte aan zorg daarentegen stijgt. Het lijkt dan ook logisch iemand op de pensioenleeftijd bijvoorbeeld naast de annuïteit een vaste som aan te bieden, waarmee hij bijvoorbeeld kan investeren in een voorziening die hij nodig krijgt wanneer hij gebrekkig wordt.”

Meer faire actuariële behandeling van tweede pijler

Van Ewijk maakt duidelijk dat dit niet kan zonder daarbij over de (fiscale) pensioengrenzen heen te kijken. Het leggen van een binding tussen pensioen, wonen en zorg vergt een integrale fiscale behandeling op deze gebieden. Maar dat is een zaak van de politiek.”

Datzelfde geldt voor een andere wens van de Netspar-directeur, een meer actuarieel faire behandeling van de tweede pijler. Meer keuzevrijheid en maatwerk is alleen mogelijk als er geen sprake is van teveel verstorende elementen. “Dan is er bijvoorbeeld geen plaats voor een systematische herverdeling tussen jong en oud. We zullen bewust moeten beslissen hoe we de solidariteit in de toekomst gaan invullen. Te denken valt aan een degressieve opbouw. Ik zei al dat jongeren de kans moeten krijgen op een moment iets minder in te leggen om geld te kunnen besteden aan de eigen woning, maar ook is te denken aan de deelnemer die nu benadeelt wordt als hij op zijn vijftigste zzp-er wordt. Graag zie ik dat de discussie over de toekomst van het pensioenstelsel over dit soort vraagstukken gaat. Zoek naar een oplossing waarin je de ongunstige effecten van de doorsneepremie vermindert.”

Waarbij hij wel waarschuwt “dat dit in het hele fiscale kader en ook binnen de Europese regelgeving moet passen”.

Casper van Ewijk, algemeen directeur Netspar, is hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en Tilburg University.

Op 27 maart 2014 is hij key note spreker op het Euroforumcongres Pensioenactualiteiten 2014

 

GEEN REACTIES