(Findinet) Dekkingsverbod oorlogsmolest in het buitenland vervalt

Het verbod dat geldt voor schadeverzekeraars om oorlogsmolest in het buitenland te dekken, vervalt. Dit is met name van belang voor zorg- en arbeidsongeschiktheidsverzekeraars.

Het verbod op het dekken van oorlogsmolest beoogde verzekerden en schadeverzekeraars te beschermen tegen mogelijk grote nadelen ervan, zoals eventueel faillissement als gevolg van dekking van oorlogsmolest met alle gevolgen van dien. Bij multibrancheschadeverzekeraars zou dit ook ten koste gaan van verzekerden in andere branches. Als gevolg van onder andere deze nadelen gold er op grond van de Wet op het Schadeverzekeringsbedrijf (WOS) een soort verbod. Bij de totstandkoming van de Wet toezicht schadeverzekeringsbedrijf (WTS, in werking getreden op 1 januari 1986) werd besloten dat oorlogsmolest alleen door gespecialiseerde onderlingen mocht worden gedekt (deze eis is nu opgenomen in artikel 1:6, eerste lid, onderdeel d, van de Wft). Dit heeft als voordeel dat in geval van financiële problemen er geen andere branches zijn die daar onder lijden en dat de uitkering – indien dat door de onderlinge vóór het sluiten van de overeenkomst is bepaald – kan worden verlaagd, waardoor de kans op faillissement wordt verkleind. In lijn daarmee werd het gewone schadeverzekeraars verboden om oorlogsmolestdekking te bieden, met uitzondering van de in zee-, transport-, luchtvaart- en reisverzekeringen gebruikelijke molestclausules.

Bij het verbod is vooral gedacht aan de situatie zoals die als gevolg van de Tweede Wereldoorlog in Nederland was ontstaan. Het betrof daarbij vooral oorlogsmolestschade die zich in Nederland voordeed. Het verbod is daarentegen algemeen gesteld en geldt dus ook voor oorlogsmolestdekking in het buitenland, uitgezonderd de zee-, transport-, luchtvaart- en reisverzekeringen, waarbij het in de regel gaat om dekking van in het buitenland gelegen oorlogsmolestrisico´s. Een dusdanig ruim verbod en de bepaling van de uitzondering tot in het buitenland gelegen risico´s met betrekking tot zee-, transport-, luchtvaart- en reisverzekeringen is te beperkend en is niet meer nodig. De huidige verzekeringswetgeving (in de Wft) staat niet toe dat schadeverzekeraars, ook al zou het hen zijn toegestaan oorlogsmolest in het buitenland te dekken, zonder meer dit risico op grote schaal dekken. Zij zouden dan moeten nagaan of zij het risico kunnen dragen. Hun risicobeheer zal duidelijk moeten maken of zij catastrofale oorlogsmolestschade kunnen opvangen en indien dat niet het geval is, zullen zij slechts in beperkte mate oorlogsmolest kunnen verzekeren. De op dit gebied van toepassing zijnde regels geven DNB de ruimte om op te treden indien de spreiding van de risico?s niet goed zou zijn of de concentratie gezien de dekking te groot zou worden. Hierdoor kan worden voorkomen dat het dekken van oorlogsmolest ten koste gaat van andere branches of tot faillissement leidt.

Het voorstel tot het laten vervallen van het verbod met betrekking tot het dekken van oorlogsmolest in het buitenland geeft vooral de mogelijkheid – maar niet de plicht – dekking voor oorlogsmolest aan te bieden. In verband met het wettelijk verbod wordt deze dekking door schadeverzekeraars nu uitgesloten, behoudens in die gevallen waarin dat wel mogelijk is (in beginsel zijn de algemeen gebruikelijke molestclausules toegestaan in zee-, transport-, luchtvaart- en reisverzekeringen).

GEEN REACTIES