Begrenzing zorgplicht: beleggingsrisico feit van algemene bekendheid

Verzekeraar hoeft niet met zoveel woorden te zeggen dat beleggen in effecten een risico van vermogensverlies met zich brengt. Dat is een feit van algemene bekendheid.

Een consument opent een beleggingsrekening bij AMEV (rechtsvoorganger van ASR). Hij ontvangt van de verzekeraar een map met onder meer handleiding, productvoorwaarden en een overzicht van de beleggingsfondsen. In de daarbij behorende cliëntenovereenkomst verklaart de rekeninghouder zich bewust te zijn van de risico’s aan beleggingen in effecten en deze risico’s te aanvaarden.

De consument gebruikt de rekening om de bij een andere aanbieder gesloten hypotheek af te lossen. De adviseur had hem voorgerekend dat gezien de te verwachten rendementen de rekening daarvoor langdurig kon dienen. Maar door koersdalingen raakte de pot leeg. “Bij een juiste voorstelling van zaken zou ik deze overeenkomst niet gesloten hebben’, aldus de rekeninghouder. “De daaraan verbonden risico’s pasten niet bij de beleggingsdoelstelling”, namelijk het aflossen van een hypothecaire lening.

In dit vonnis van de rechtbank Utrecht blijft de rol van de adviseur onderbelicht, maar de uitspraak geeft wel een grens aan van de reikwijdte van de zorgplicht ten opzichte van een consument die zich op het beleggingspad begeeft.

Alle argumenten die hij aanvoert die moeten aantonen dat hij onvoldoende op de hoogte was van de risico’s die beleggen met zich meebrengt, werden door de rechtbank van tafel geveegd. Er was geen sprake van dwaling en ook niet van misbruik van omstandigheden.

“Toen eiser de beleggingsrekening opende, was het een feit van algemene bekendheid dat het beleggen in effecten een risico van vermogensverlies met zich brengt (door waardedaling van de effecten waarin is belegd ten opzichte van hun aankoopprijs) en een risico dat het beoogde rendement niet wordt behaald. ASR mocht er daarom vanuit gaan dat eiser – ook als hij hierop niet met zoveel woorden zou zijn gewezen – met deze risico’s bekend was toen hij de beleggingsrekening opende (…) " "ASR mocht er voorts vanuit gaan dat eiser deze risico’s voor lief nam. Dat bij waardedaling van de effecten waarin werd belegd of het niet behalen van het beoogde rendement de maandlasten niet uit het beleggingsdepot zouden kunnen worden voldaan en de hypothecaire lening mogelijk niet zou kunnen worden afgelost, is een uitvloeisel van die risico’s. ASR behoefde er derhalve niet op bedacht te zijn dat eiser dit één en ander niet overzag zonder daarop met zoveel woorden te zijn gewezen. Op haar rustte dienaangaande dan ook geen mededelingsplicht.”

Zorgplicht

“De zorgplicht van een financiële dienstverlener waarop eiser zich beroept, strekt in de regel niet zover dat die dienstverlener bedacht moet zijn op een mogelijk gebrek aan inzicht of een mogelijke lichtvaardigheid bij zijn wederpartij waar, zoals hier, het gaat om risico’s die van algemene bekendheid betreffen en waarvan de gevolgen – bij verwezenlijking daarvan – vanzelf spreken en door zijn wederpartij had moeten worden onderkend. Het verwijt van eiser dat ASR hem niet afdoende heeft gewezen op de risico’s verbonden aan het beleggingsdepot is daarom ongegrond. Ook het verwijt dat ASR niet voldaan heeft aan haar inlichtingenplicht is ongegrond.”

Het vonnis van de rechtbank Utrecht

GEEN REACTIES