AFM zoekt grens tussen hulp en advies door pensioenfondsen

De AFM vindt het wenselijk dat pensioenfondsen de deelnemers meer inzicht geven in hun pensioensituatie, maar rept niet over vakbekwaamheid en level playing field.

“Om belemmeringen voor pensioenuitvoerders weg te nemen” heeft de AFM haar Leidraad Communicatie Pensioenuitvoerders met een achtste hoofdstuk aangevuld. Daarin verduidelijkt de toezichthouder de grens tussen het geven van inzicht en het geven van advies, “zodat de pensioensector weet in hoeverre zij de deelnemer verder mag en zou kunnen helpen zonder vergunningplichtig te worden.”

De wet biedt daar ruimte voor, schrijft de AFM. “In de relatie tussen pensioenfondsen en deelnemers is de Pensioenwet leidend en is de Wft in zeer beperkte mate van toepassing. Wanneer een pensioenfonds een deelnemer overzicht van en inzicht geeft in de eigen pensioensituatie, of hem begeleidt bij het maken van keuzes die onderdeel uitmaken van zijn pensioenregeling, verricht dit fonds geen ongeoorloofde nevenactiviteiten.”

Er mag geen sprake zijn van adviseren in de zin van de Wft. Een pensioenfonds mag dus niet een specifiek product van een specifieke aanbieder adviseren. Maar het pensioenfonds kan wel aangeven welke mogelijkheden de pensioenregeling biedt en op welke manier een deelnemer het best, gezien zijn individuele situatie, van die mogelijkheden gebruik kan maken.

“Zolang een (medewerker van een) een pensioenfonds (via diens pensioenuitvoeringsorganisatie) een aanbeveling aan een deelnemer doet die verband houdt met keuzes die te maken hebben met diens deelname aan de collectieve (basis- of aanvullende) werkgeverspensioenregeling, is sprake van geoorloofde activiteiten en geen sprake van advisering in de zin van de Wft.”

Findinet vindt:

Met zoveel woorden geeft de AFM dat een medewerker van een pensioenfonds de deelnemers “in algemene zin mag wijzen op aanvullende financiële mogelijkheden en de mogelijke noodzaak daarvan.”

Daar is gezien de bepalingen in de Wft geen speld tussen te krijgen. Wel rijst de vraag of minister De Jager dan op de goede weg is om de diplomaplicht slechts voor te schrijven voor medewerkers van financiële instellingen die adviseren volgens de definitie van de Wft.

Het wijzen op de noodzaak van aanvullende mogelijkheden staat praktisch gezien vrijwel gelijk aan een financieel advies. Zeker als de deelnemer vanuit een ander loket een aanbod krijgt voor een product waarmee hij het pensioengat kan dichten. Dat kan de praktijk zijn bij vooral de grotere bedrijfstakpensioenfondsen.

Hoe dan ook, de AFM heeft in de uitleg van de regels van Pensioenwet en Wft het gelijk aan haar zijde, maar dat is slechts deel van het verhaal. Het borgen van vakbekwaamheid en een gelijk speelveld zijn minstens even belangrijke onderdelen die in deze leidraad niet aan de orde komen.

GEEN REACTIES