AFM krijgt belangrijke stem bij vaststelling leennormen

De minister wil de leennormen voor hypotheken van Nibud desnoods via wetgeving anders vormgeven met structurele inbreng van DNB en AFM.

In zijn antwoord op Kamervragen gaat De Jager in op de commotie die de brief van de AFM met betrekking tot de leennorm van modale tweeverdieners heeft gegeven.

De minister geeft toe dat hij heeft aangegeven dat hij zowel de GHF als de regels voor de NHG ziet als een invulling van de open norm voor verantwoorde kredietverstrekking. Daarnaast ziet ook de AFM vanuit haar toezichthoudende rol toe op de invulling van die norm.

“Daarbij heeft de AFM een eigen verantwoordelijkheid. Deze constructie kan leiden tot onduidelijkheid, zoals thans is gebeurd middels de brief die de AFM heeft verstuurd over de Nibud normen. Deze onduidelijkheid is ongewenst. Ik zal maatregelen treffen om dit in de toekomst te voorkomen. Hiertoe zal ik het proces rondom het opstellen van en de goedkeuring van de leennormen van het Nibud anders vormgeven, in nauwe samenwerking met mijn collega van BZK. Hierbij vind ik het van belang dat de visie van de AFM en DNB structureel wordt meegenomen. Indien nodig zal ik wettelijke maatregelen treffen, waarbij ik dan ook zal bezien of het nodig is om andere elementen die betrekking hebben op het tegengaan van overkreditering vast te leggen.”

Uit deze passage valt op te maken dat DNB en AFM een belangrijke inbreng krijgen bij het vaststellen van de leennormen.

In de antwoorden geeft de minister aan dat grote hypotheekverstrekkers het standpunt van de AFM volgen. Zij maken dus geen gebruik van de verruiming van het Nibud voor tweeverdieners.

Op de vraag “Kunt u aangeven wat u wel kan betekenen voor de grote groep huishoudens met een inkomen tot € 40.000 die nu niet in staat is een behoorlijke woning te kopen en vanwege hun modale salaris niet in aanmerking komen voor sociale huur en daarmee dus aangewezen zijn op de dure vrije huursector?”,

antwoordt de minister:

“Ik ben het niet met u eens dat de groep huishoudens met een inkomen tot € 40.000 niet in staat zou zijn een behoorlijke woning te kopen enkel en alleen door de zienswijze van de AFM. De leencapaciteit werd jarenlang al zo bepaald zoals de AFM nu in stand wil houden, namelijk door het financieringslastpercentage van het hoogste inkomen van de tweeverdieners toe te passen op het verzamelinkomen van de beide inkomens. In algemene zin kan worden gesteld dat er dit jaar bij hetzelfde inkomen en rentestand minder geleend kan worden dan in 2011. Hoe dit uiteindelijk zal uitpakken voor specifieke huishoudens hangt af van de individuele situatie. Uiteraard is huren ook een optie voor deze inkomensgroepen. Daarbij zijn zij niet alleen aangewezen op woningen in de (dure) vrije huursector. Woningcorporaties kunnen tot 10% van hun vrijgekomen woningen met een huur tot € 664,66 toewijzen aan inkomens boven de € 34.085,-. Daarnaast kunnen deze inkomensgroepen een woning in de particuliere huursector woning huren, waarbij de huurprijs lager ligt dan de liberalisatiegrens.”

GEEN REACTIES