AEGON stuurt voorstel zekerheidspensioen naar Kamer

Iedere werknemer moet kunnen kiezen voor een gegarandeerd pensioen. Ongeacht het type regeling. Ongeacht de uitvoerder.

Pensioenfondsen die deze zekerheid niet zelf kunnen of willen bieden, kunnen dat gedeelte uitbesteden aan pensioenverzekeraars. AEGON vindt dat de verplichte deelname aan een pensioenregeling er niet toe mag leiden dat deelnemers niet voor zekerheid kunnen kiezen in de tweede pijler.

“Uit onderzoek van AEGON is duidelijk gebleken dat een meerderheid van de werknemers hunkert naar zekerheid omtrent hun pensioen en hun toekomstige financiële situatie. Twee derde blijkt zelfs bereid om meer te betalen om zo voorzieningen voor arbeidsongeschiktheid en nabestaanden te regelen.”

AEGON heeft al eerder eerder gepleit voor een nationaal zekerheidspensioen.

Nu heeft zij haar visie vastgelegd in een position paper en dat gestuurd naar het ministerie van Sociale Zaken en naar leden van de Tweede Kamer. “Het paper heeft niet de pretentie een wetsvoorstel te zijn: Het is bedoeld als een serieuze aanzet om te komen tot een extra pensioenvorm in Nederland die deelnemers de vrijheid biedt te kiezen voor pensioenzekerheid.”

AEGON definieert het zekerheidspensioen als “een pensioen waarbij de deelnemer met 99,5% zekerheid weet dat hij op zijn pensioendatum ook een levenslange uitkering krijgt ter grootte van de toegezegde aanspraak.” Ter vergelijking: pensioenfondsen moeten nu een zekerheid bieden van 97,5%. Dat betekent dat een uitvoerder één keer in de veertig jaar niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Bij een zekerheid van 99,5% is dat één keer in de tweehonderd jaar.

Als sprake is van een regeling die wordt uitgevoerd door een pensioenfonds kan de zekerheid worden geboden door het pensioenfonds zelf. De deelnemer betaalt in die situatie een adequate garantiepremie en het pensioenfonds vormt daarvoor een voorziening op basis van dezelfde regels als die gelden voor een verzekeraar (99,5% zekerheid).
Als het pensioenfonds de zekerheid niet kan of wil bieden, kan het pensioenfonds voor dit stuk een herverzekering aangaan bij een pensioenverzekeraar. De deelnemer is en blijft ook in die situatie deelnemer in de regeling van het fonds, er is alleen sprake van een (gedeeltelijke) herverzekering.

Bij een beschikbare premieregeling wordt de zekerheid vormgegeven door een minimale rendementsgarantie op te nemen in het fonds waarin de beschikbare premies worden belegd. Een andere optie is het direct omzetten van de beschikbare premie in een uitgestelde gegarandeerde periodieke uitkering. Ook dit kan zowel door het pensioenfonds als door de verzekeraar worden uitgevoerd, mits 99,5% zekerheid wordt geboden.

Ingangsdatum

“Het is aan de deelnemer om te bepalen op welk moment hij zijn pensioenregeling omzet in een zekerheidspensioen. Dat kan direct vanaf de start van de deelname, maar het moet ook mogelijk zijn om op een door de deelnemer te bepalen moment het zachte pensioen om te zetten in een zeker pensioen.

De praktijk zal waarschijnlijk zijn dat deelnemers gaandeweg hun pensioenopbouw besluiten tot omzetting van zacht naar hard. Direct vanaf de start van een pensioenopbouw volledig zekerheid inkopen is qua risicoprofiel suboptimaal. De lange beleggingshorizon pleit, zeker op jongere leeftijd, voor het nemen van beleggingsrisico. De deelnemer kan dan op een zelfgekozen moment overstappen.”

GEEN REACTIES