Adfiz: Ook “gratis advies”-kosten mogen niet in productprijs

Als de aanbieder adviseert en de klant geen product afneemt, kan als de aanbieder geen factuur stuurt dat “verlies” niet verwerkt worden in de productprijs.

In het artikel Operatie gelijk speelveld concludeert Findinet dat er nog heel wat landmijnen in het speelveld zijn blijven liggen.

Adfiz deelt die mening niet en is ervan overtuigd dat het gelijk speelveld wel degelijk gerealiseerd gaat worden. “Het ministerie heeft Adfiz aangegeven dat de toezeggingen aan de Tweede Kamer zullen resulteren in wettelijke regelingen die ervoor zorgen dat:

  •  De advies- en distributiekosten door aanbieders apart op de offerte en de rekening vermeld moeten worden;
  •  Deze kosten door de aanbieder niet in de prijs van het product verwerkt mogen worden. De kosten mogen dus niet in de premie of rente verwerkt worden;
  •  Alle financieel dienstverleners, zowel de onafhankelijk adviseur als de aanbieder, de klant gespreid mogen laten betalen. Ook bij de aanbieder geldt dat wanneer de advies- en distributiekosten over meer dan 3 maanden worden gespreid er sprake zal zijn van een consumptief krediet.”

Ook moet de aanbieder bij execution only, stelt Adfiz, de distributiekosten specificeren en uit de premie halen, waardoor de adviseur de mogelijkheid heeft een lagere nettoprijs aan te bieden dan de aanbieder.

“Het in het rapport van SIS-finance beschreven kostprijsmodel wordt wettelijk verankerd en als er dus sprake is van distributiekosten in de definitie van dit model zullen die op dezelfde manier behandeld moeten worden als bij andere vormen van direct aanbieden (met advies) en dus uit de productprijs gehaald moet worden.”

Wat als het advies van de aanbieder niet leidt tot een overeenkomst en de aanbieder voor dat advies geen kosten in rekening brengt? “Dan mag hij dat verlies alleen verwerken in zijn prijs voor advies en distributie, en niet verwerken in de productprijs.”

“Dit betekent feitelijk”, vervolgt Adfiz, “dat ‘product’ en ‘distributie en advies’ ook bij aanbieders hun eigen onderscheiden prijs krijgen. Zowel aanbieder als onafhankelijk financieel dienstverlener zullen voor het aangaan van de dienstverlening met de consument moeten bespreken wat de kosten van de dienstverlening zijn en hoe de consument deze kosten wil betalen; in één keer of gespreid.

De consument zal geactiveerd worden om zich te verdiepen in het verschil van dienstverlening. Bij deze gelijke uitgangspositie moet het niet moeilijk zijn om consumenten te overtuigen van de extra toegevoegde waarde van onafhankelijk advies.

Bovendien bevorderen de maatregelen van de minister een zuivere nettoprijsvorming. Doordat zijn klant niet hoeft mee te betalen aan de kosten van het advies en de directe distributie van de aanbieder kan de onafhankelijk adviseur tegen een redelijk prijsverschil zijn dienstverlening aan de consument aanbieden. Een prijsverschil dat dan goed te verklaren is, en voor consumenten geen onoverkomelijke drempel zal opwerpen om voor het onafhankelijk advies te kiezen.

Volgens Adfiz is hiermee een goed fundament gelegd voor een gelijke concurrentiepositie. “De klant zal zich namelijk zeer bewust zijn van het feit dat advies bij de aanbieder beslist niet gratis is. Hij zal ertoe aangezet worden een bewuste keuze te maken tussen onafhankelijk advies van de zelfstandig opererende financieel dienstverlener en het verkoopadvies van de aanbieder. Bovendien zal de regelgeving er in grote mate toe bijdragen dat producten een zuivere nettoprijs krijgen. Deze twee zaken zijn cruciaal voor een gelijke concurrentiepositie van de onafhankelijk financieel dienstverlener. Hierdoor kan voor de consument een breed toegankelijk netwerk van onafhankelijk advies ontstaan. Daar heeft Adfiz op ingezet als randvoorwaarde voor het provisieverbod en we hebben bereikt dat deze randvoorwaarde is gerealiseerd.”

GEEN REACTIES