Aantal ppi-deelnemers tikt bijna miljoen aan

Negatieve rente voor zakelijke spaarder bij Triodos Bank
© Pexels

Het aantal mensen dat aangesloten is bij een pensioenpremie-instelling (ppi) kruipt langzaam maar zeker richting de miljoen.

Dat blijkt uit statistieken van DNB die eerder deze maand werden gepubliceerd. Het aantal deelnemers bedraagt nu bijna 950.000. Daarvan zijn 525.000 zogeheten ‘actieve deelnemers’, wat wil zeggen dat ze op dit moment daadwerkelijk meedoen aan de pensioenopbouw via het contract van hun werkgever. De rest is ‘slaper’ of gepensioneerde.

Wel lijkt de stormachtige groei wat af te vlakken. In het tweede kwartaal nam het aantal deelnemers maar beperkt toe (drieduizend), nadat het in de afgelopen jaren sterk groeide van 425.000 eind 2016 naar 944.000 eind maart dit jaar. Mogelijk speelt de coronacrisis een rol; veel bedrijven hadden wel wat anders aan hun hoofd dan het nadenken over de pensioenregeling. Wel groeide overigens het aantal ppi-contracten, wat in dit licht dan opmerkelijk is. In totaal hebben ruim 17.000 werkgevers nu een ppi-regeling.

De aantrekkelijkheid van de regeling is nu onderwerp van discussie, nadat bij het dit voorjaar gesloten pensioenakkoord de verzekerde regelingen (waar de ppi’s toe behoren) de grote verliezer waren. In het akkoord is afgesproken dat de nieuwe premiesystematiek (een vlakke premie) ook voor nieuwe verzekerde regelingen gaat gelden. Werknemers die op dit moment al in een verzekerde regeling zitten, kunnen blijven vasthouden aan een oplopende premie. Op deze ‘dubbele’ pensioenregeling kwam veel kritiek, maar verantwoordelijk minister Koolmees lijkt niet van zins om aan deze afspraak te tornen.

Uit de cijfers van DNB blijkt verder dat de ppi’s het zware beleggingsverlies van het eerste kwartaal (1,8 mrd euro) in het tweede kwartaal grotendeels hebben kunnen wegwerken. Het beleggingsresultaat in de periode april-juni bedroeg 1,3 mrd euro positief. Verder valt in de cijfers op dat er meer premievermogen wordt gestald in de categorie ‘overige beleggingen’ (naast de bekende aandelen en vastrentende waarden). Sinds eind vorig jaar groeiden de ‘overige beleggingen’ met 1 mrd euro naar 2,5 mrd en zijn nu verantwoordelijk voor bijna 20% van de beleggingsportefeuille. Tot de categorie behoren onder meer private equity, beleggingen in bv infrastructuur en hypotheken.

GEEN REACTIES