Nieuwe cao verzekeringssector en Achmea: the devil is in the detail

pixabay

De nieuwe cao’s voor de verzekeringssector en voor Achmea bevatten op het oog ‘veel leuke dingen voor de mensen’, maar hoe werkt het uit in de praktijk?

Zo springen binnen de cao voor de verzekeringssector (verzekeraars die geen eigen cao hebben) de 3,25% loonsverhoging en een vitaliteitsregeling voor werknemers meteen in het oog. Dat zijn uiteraard zaken die meteen positief uitpakken voor de medewerkers. Maar deze punten benemen enigszins het zicht op het streven van de werkgevers om de totale arbeidskosten terug te brengen. Bij veel verzekeraars gaat dit gepaard met reorganisaties waarbij ontslagen vallen, maar ook met het anders opzetten (lees: terugdringen) van bovenschalige salarissen. In jargon heet dit ‘modernisering van het functiewaarderingssysteem’; werknemers zijn bijvoorbeeld door een reorganisatie teruggezet naar een lagere functiegroep, maar ontvangen nog het salaris van de ‘oude’ functie. Dit moet binnen de cao nog verder worden uitgewerkt en zoals het gaat in de polder wordt daarvoor een werkgroep in het leven geroepen.

Verder is het op dit moment nog gissen wat de consequenties zullen zijn van het de facto opheffen van de aparte cao voor buitendienstpersoneel. Ook dit moet nog verder worden uitgewerkt. Het ligt voor de hand om te veronderstellen dat buitendienstmedewerkers nu zullen worden ingedeeld in functiegroepen. Maar of dit functiegroepen zijn van de binnendienst-cao of dat er voor de buitendienst speciale functiegroepen worden bedacht, is nu nog niet bekend.

In de nieuwe cao voor de werknemers van Achmea trok de invoering van een 34-urige werkweek aller aandacht. Niet alleen omdat een twee uur minder werken past in een trend naar een ‘betere balans tussen werk en privé’, maar ook omdat het leidt tot een indirecte loonsverhoging van dik 5%, bovenop een ‘normale’ verhoging van 1%. Maar wie het volledige cao-document leest, krijgt een enigszins unheimisch gevoel. De invoering lijkt een organisatorische mega-operatie te worden, waarvan de daadwerkelijke uitkomst niet gemakkelijk valt te voorspellen. Daarnaast valt de Achmea-insteek om als bedrijf zelf de regie te willen houden bij het aanpassen van de werkweek van een medewerker, niet bij iedereen in goede aarde. Het is Iets waar vakbond De Unie dermate ontstemd over is, dat ze het akkoord met een negatief advies voorlegt aan de leden.

Interessant is verder de Achmea-pilot voor een onbeperkt opleidingsbudget. Het akkoord stelt: ‘Medewerkers krijgen daarin de kosten van een opleiding of ontwikkelvraag vergoed (max. € 5.000). Het gaat om opleidingen e.d. die passen binnen het ontwikkelplan van de medewerker en die bijdragen aan zijn/haar inzetbaarheid.’ Een en ander past in de concepten ‘vitaliteit’ en ‘duurzame inzetbaarheid’, waar nagenoeg alle verzekeraars hun werknemers enthousiast voor proberen te maken. Er is in mijn ogen wel een gevaar dat maatregelen als een onbeperkt budget alles in zich hebben om financieel volledig te ontsporen. Nu al zie ik bijvoorbeeld op LindedIn berichtjes langskomen van werknemers die melden dat ze op kosten van een verzekeraar een opleiding volgen waarvan je serieus kunt afvragen of de cursus in kwestie bijdraagt aan een beter begrip over verzekeringen of een betere omgang met klanten. Strenge kaders zijn dan noodzakelijk, om te voorkomen dat de botte bijl weer in het ontwikkelbudget gaat.

GEEN REACTIES