De helft van woningbezitters wenst geen inmenging van de overheid bij het herstel van funderingsproblemen van koopwoningen en andere maatschappelijke problemen. Dit blijkt uit onderzoek van de bank ING.

Bemoeienis overheid

Het onderzoek zoomde in op de mate waarin huizenbezitters ‘bemoeienis’ vanuit de overheid wensen voor de oplossing van problemen met verduurzaming, de energietransitie of de fundering van hun huis.

Problemen zelf oplossen

De hamvraag die tijdens dit onderzoek aan de orde kwam was: mag de overheid huizenbezitters, plat gesteld, opleggen hoe zij deze problemen oplossen? Een ruime meerderheid (86 procent) zou hebben aangegeven het belangrijk te vinden zeggenschap te hebben over hun eigen woning. Voor veel starters (62 procent) zou meer zeggenschap over hun woning een belangrijke reden zijn naar een koopwoning te verhuizen.

Dealbreaker voor woningzoekenden

Voor woningzoekenden – zowel starters als doorstromers – zou zeggenschap zelfs een dealbreker zijn. Van deze groep zou een gebrek aan zeggenschap voor 62 procent een reden zijn om een huis niet te kopen. Bijna de helft van de koopwoningbezitters (49 procent) zou van mening zijn dat de overheid zich nu al te veel mengt in hun woningzaken.

Funderingsproblemen leiden tot tweedeling

Bij het herstellen van funderingsproblemen – waarvan de huizenbezitter zelf de kosten moet betalen, omdat funderingsschade niet verzekerbaar is – zou een significante tweedeling onder de huiseigenaren naar voren komen in het onderzoek. Van de koopwoningbezitters met een woning gebouwd ná 1980 zou 29 procent vinden dat de overheid het herstellen van de fundering mag opleggen.

Meeste funderingsproblemen bij oudere huizen

Van de woningbezitters met een woning van vóór 1980 zou slechts 19 procent dit vinden. Zij zouden liever hebben dat de overheid herstel stimuleert, maar niet oplegt. De onderzoekers vinden het daarbij opvallend dat de groep die het meest waarschijnlijk funderingsproblemen heeft – de bezitters van oudere huizen – en dus wat overheidsbemoeienis kan gebruiken, daar het meest afwijzend tegenover staat.

Meningen over energietransitie verdeeld

Als het gaat om de energietransitie, blijken de ondervraagde koopwoningbezitters verdeeld over de overheidssteun bij deze grote uitdaging. Waar 33 procent voldoende steun ervaart, vindt 29 procent juist van niet, aldus de onderzoekers.

Veel koopwoningen al verduurzaamd

In het geval van verduurzaming, zoals isolatie, zonnepanelen of warmtepompen, zouden de ondervraagden tijdens het onderzoek meer uitgesproken zijn geweest in hun behoeften. Bijna driekwart (73 procent) van de koopwoningbezitters zou hun woning al hebben verduurzaamd, vooral ze sterk zijn overtuigd van de voordelen ervan. Verder weten ze beter welke stappen bijvoorbeeld nodig zijn om hun energielabel te verbeteren dan degenen die (nog) niet hebben verduurzaamd. Ongeveer de helft van deze groep zou om die redenen nog verder willen verduurzamen.

Kostenbesparing en meer wooncomfort

Kostenbesparing en meer wooncomfort zouden volgens de onderzoekers de belangrijkste drijfveren zijn voor verduurzaming. Wel ervaren de ondervraagden nog drempels. Deze zouden variëren van onduidelijk politiek beleid en hoge kosten tot de inspanning die verduurzaming vraagt.

Veiligheid en buitenruimte

Tot slot laten de onderzoekers weten dat woningbezitters meer begrip tonen voor bemoeienis vanuit de overheid als het gaat om veiligheid en de buitenruimte. Zo zou slechts 11 procent maatregelen op dat vlak afwijzen. De helft ondervraagden zou ook vinden dat de overheid maatregelen zoals brand- en bouwvoorschriften mag opleggen. Ook regels rondom bewoning (waaronder opkoopbescherming en bewoningseisen) zouden op relatief brede steun kunnen rekenen. Daarnaast zien de woningbezitters in buurtzaken – denk aan infrastructuur en bereikbaarheid – een grotere rol voor de overheid.

Bron: ING