Wijzigingen 2015 in telegramstijl: pensioen en oudedagsvoorzieningen

In bulletpoints een aantal wijzigingen die van belang zijn voor de pensioen- en vermogenspraktijk.

Maximum opbouwpercentage voor resp. middelloon- en eindloonregelingen

  • Ouderdomspensioen 1,875% en 1,657%
  • Partnerpensioen 1,313% en 1,160%
  • Wezenpensioen 0,263% en 0,232%

Maximum pensioengevend salaris

  • Het pensioengevend salaris dat fiscaal gefaciliteerd wordt met de omkeerregel wordt afgetopt op € 100.000.
  • Dit bedrag wordt elk jaar verhoogd met de loonindex.
  • Bij de berekening van de pensioengrondslag moet van dat bedrag de AOW-franchise worden afgetrokken.

Netto bijsparen

  • Voor het salaris boven € 100.000 kan de werknemer (en ook de zzp-er en andere ondernemers) een nettolijfrente afsluiten. De waarde van deze lijfrente vormt vrijgesteld vermogen in box 3.
  • Uitkeringen worden niet belast in box 1.
  • Werknemers kunnen ook een nettopensioen in de tweede pijler afsluiten.

Jaarruimte

De berekening van de jaarruimte voor 2015 is als volgt:

  • 13,8% x (100.000 – 11.829) – 6,5 x A – F.
  • Wordt in 2015 de jaarruimte van voorgaande jaren berekend, dan geldt de formule van die voorgaande jaren.

FOR

  • De maximale inleg in de fiscale oudedagsreserve wordt 9,8% van de winst met een maximum van € 8.640.

AOW-franchise

  • In een middelloonregeling wordt met het fiscaal maximale opbouwpercentage van 1,875% in 40 jaar een ouderdomspensioen opgebouwd van 75% van het gemiddeld genoten loon.
  • Bij het maximale opbouwpercentage in een middelloonregeling van 1,875% moet jaarlijks 1/40-deel van de AOW-uitkering worden ingebouwd. Om te bereiken dat dit bedrag ook bij het gebruik van de franchisemethode wordt ingebouwd, moet de AOW-uitkering voor het berekenen van de franchise vanaf 1 januari 2015 worden vermenigvuldigd met de factor 100/75.
  • Voor eindloonregelingen zijn de percentages 66,28% en 1,657%.
  • Meer informatie: Overzicht AOW-inbouwbedragen en AOW-franchises

Franchisevereenvoudiging

Voor een pensioenregeling met OP volgens middelloon- en een op risicobasis verzekerd partnerpensioen op eindloonbasis geldt volledig de middelloonfranchise.

Zie verder Besluit staatssecretaris van Financiën

Nettopensioenstaffels 2015

. Voor de nettopensioenregeling zal een premiestaffel zowel op basis van een rekenrente van 4% als een rekenrente van 3% met een uitkeringsbegrenzing gelden. Zie: publicatie Belastingdienst.

Premiestaffels

De premiestaffels worden aangepast overeenkomstig de verlaging van het opbouwpercentage voor middelloonregelingen naar 1,875%. Dit betekent dat de premiestaffels neerwaarts zijn bijgesteld.

Zie: Premiestaffels per 2015.

Uiterlijk vanaf 1 januari 2015 moeten alle beschikbare-premieregelingen uitgaan van de netto-staffels van bijlage I. De verzekeraar mag bovenop deze staffels de werkelijke kosten en een premie voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid in rekening brengen. Bedragen voor het afdekken van beleggingsrisico’s zoals het kopen van een beleggingsgarantie moeten worden voldaan uit de netto-premie.

Pensioen en bijstand

In 2015 zal wettelijk worden geregeld dat het pensioenvermogen in de derde pijler in het geval van een beroep op bijstand – onder voorwaarden en tot € 250.000 niet hoeft te worden opgenomen en bestemd kan blijven voor een aanvullend pensioen. De staatssecretaris heeft de gemeenten en de Sociale Verzekeringsbank met klem verzocht vooruit te lopen op deze wetswijziging en al vanaf 1 januari 2015 bij de middelentoets van de Participatiewet pensioenvermogens in de derde pijler overeenkomstig de voorgenomen wijzigingen te handelen.

AOW

  • De AOW-leeftijd gaat met 1 maand omhoog naar 65 jaar en 3 maanden.
  • Op 1 april 2015 vervalt de partnertoeslag voor nieuwe instromers
  • Tijdelijke regeling AOW
  • Tijdelijke regeling: Ouderen krijgen vanaf 1 januari bovenop hun AOW een inkomensondersteuning die afhankelijk is van het aantal jaren dat ze in Nederland hebben gewoond. De bestaande regeling om de koopkracht van ouderen bij te plussen gaat verdwijnen.

Nieuw FTK

  • DNB staat toe om met de huidige rekenrente (ufr) te blijven rekenen tot begin 2015 wanneer duidelijk wordt met welke rekenrente Brussel komt voor verzekeraars.
  • SZW noemt als kernpunten:
  •  Financiële mee- en tegenvallers worden verspreid over de tijd.
  •  Er komen duidelijke, evenwichtige en vooraf vastgestelde regels voor de indexatie van pensioenen.
  •  Er komt een stabiele premie.

Levensloopregeling

Wie (nog) deelneemt aan een levensloopregeling kan het hele saldo in 2015 opnemen. Belasting is verschuldigd over

  • 80% van het levenslooptegoed per 31 december 2013 en
  • 100% van het tegoed dat na 31 december 2013 is opgebouwd.

Afkoop lijfrenten bij langdurige arbeidsongeschiktheid

Per 1 januari 2015 is het voor langdurig arbeidsongeschikten mogelijk onder voorwaarden de lijfrente(n) geheel of gedeeltelijk af te kopen zonder dat hierover revisierente verschuldigd is. Over de afkoopsom wordt op de reguliere wijze loonheffingen ingehouden. De afkoopmogelijkheid geldt ook voor de nettolijfrente.

GEEN REACTIES