(Findinet) Werkgeversaansprakelijkheid onder AVB weer verder opgerekt

Werkgever die geen passende verzekering heeft afgesloten niet alleen aansprakelijk voor personen- en zaakschade, maar ook voor letselschade.

Tegen het advies in van de Advocaat-Generaal heeft de Hoge Raad de aansprakelijkheid van een werkgever die zich niet als ‘goed werkgever’ heeft gedragen, opnieuw aanzienlijk opgerekt. Tot nu toe heeft de Hoge Raad het standpunt ingenomen dat een goed werkgever zorgt voor een adequate verzekering ten behoeve van zijn werknemers die aan het verkeer deelnemen. In elk geval moet de werkgever zijn medewerkers op zo’n verzekering wijzen. Laat hij dat na en raakt een werknemer bij een verkeersongeval betrokken dan is de werkgever aansprakelijk voor de daardoor ontstane personen- en zaakschade. Dat is ook het geval als de werkgever geen directe aansprakelijkheid voor het ongeval draagt. Over dergelijke gevallen zijn tal van uitspraken te vinden (zie ook op onze kennisportal).

Tot nu toe beperkte de werkgeversaansprakelijkheid zich tot een vergoedingsplicht voor de geleden zaak- en personenschade.

Een aantal verzekeraars heeft een werkgeversverzekering ontwikkeld die de letselschade van een werknemer vergoedt ongeacht de vraag of de werkgever daarvoor aansprakelijk is.

Het is de vraag of een dergelijke verzekering nog nodig is na het meest recente arrest van de Hoge Raad.

Daarin wordt een zaak behandeld waarin een werknemer als bestuurder van een auto een eenzijdig ongeval krijgt en daaraan een dwarslaesie overhoudt. Werkgever heeft geen passende verzekering verzekering afgesloten en ook de werknemer niet op zo’n verzekering gewezen.

De Hoge Raad redeneert nu als volgt: als de werknemer letsel had opgelopen doordat de werkgever de zorgplicht op de werkplek niet was nagekomen, dan had de werkgever de letselschade moeten vergoeden. Weliswaar is deze zaak niet vergelijkbaar, maar “de rechtsgrond voor deze aansprakelijkheid, de bescherming van de werknemer tegen de gevaren van het wegverkeer in de uitoefening van zijn dienstbetrekking deelneemt, is dezelfde welke ten grondslag ligt aan de – onder omstandigheden – op art. 7:658 te baseren aansprakelijkheid van de werkgever tegenover zijn werknemer voor dezelfde gevaren. Voorts betreft de aansprakelijkheid van de werkgever ongevalsschade die de werknemer vergoed zou hebben gekregen indien de werkgever wel zou hebben voldaan aan zijn hier bedoelde verzekeringsplicht.” Vooral die laatste overweging is nieuw en leidt tot een extra verzwaring van de aansprakelijkheid.

De AVB-verzekeraar had deze nieuwe opvatting van de Hoge Raad niet kunnen voorzien en heeft daar dan ook de premiehoogte niet op gebaseerd. De Advocaat-Generaal had daar in zijn advies wel oog voor:

Doos van Pandora

"Toch schrik ik ervoor terug om in deze zaak door ’s Hofs feitelijke en niet onbegrijpelijke oordeel (het Hof wees de eis tot vergoeding van letselschade af) heen te breken. Daarbij geeft voor mij de doorslag dat:

a. ook onbevredigend zou zijn om alle problemen zonder meer en eenzijdig op het bord van verzekeraars te leggen;

b. rechtspraak constant in beweging is; ook treden steeds nieuwe feiten (risico’s) aan het licht die, zoals we de afgelopen decennia hebben gezien, tot aansprakelijkheid leiden. De meeste vernieuwingen zullen gemeenlijk vallen onder de doorgaans ruime dekking van WA-verzekeraars wat in een bepaalde optiek een voordeeltje is voor verzekerden (al was het maar omdat de premie daarop allicht niet was afgestemd). Mocht dat in een concreet geval anders zijn vanwege een wellicht specieuze bepaling van in- of uitsluiting dan is dat in zekere zin een buitenkansje voor de verzekeraar. Maar men kan met evenveel recht zeggen dat de verzekeraar in die uitzonderingsgevallen de last niet behoeft te dragen waarop hij niet had gerekend en vaak ook niet had kunnen rekenen;

c. het lijkt me bijkans onmogelijk om een regel te formuleren die zo sterk is toegespitst op de onderhavige zaak dat er geen olievlekwerking vanuit gaat. Zelfs als dat mogelijk zou zijn dan moet ernstig rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat een nog verstopte doos van Pandora wordt geopend. De moeilijkheden waarvoor de in een aantal opzichten heilzame rechtspraak inzake goed werkgeverschap ons (en vele anderen) heeft geplaatst, maant mij tot grote voorzichtigheid."

Het volledige arrest.

GEEN REACTIES