Vrijstelling pensioenadvies accountants blijft rare zaak

De AFM heeft accountants en actuarissen die “mogelijk” een Wft-vergunning nodig hebben, een halfjaar uitstel verleend. Maar wanneer hebben zij voor pensioenadvisering zo”n vergunning nodig?

Artikel 5 van de Vrijstellingsregeling Wft geeft daarop een even onbevredigend als onduidelijk antwoord:

1. De pensioenadviseur moet een andere hoofdberoepswerkzaamheid hebben dan het verlenen van financiële diensten.

2.Uit hoofde van die hoofdberoepswerkzaamheid heeft de pensioenadviseur inzicht in de financiële situatie van zijn cliënt.

3. De adviezen over financiële producten moeten in het verlengde liggen van de hoofdberoepswerkzaamheid van de pensioenadviseur.

4. De pensioenadviseur mag voor de verleende adviezen geen provisie ontvangen van de verzekeraar.

5. De adviezen mogen slechts marginaal onderdeel uitmaken van de totale werkzaamheden van de pensioenadviseur.

6. De pensioenadviseur mag niet tevens bemiddelen in het product waarover hij adviseert.

Wat is marginaal volgens de AFM?

“Het begrip ‘marginaal’ wordt niet uitgelegd in de wettelijke regels. Uit de toelichting op artikel 5 van de Vrijstellingsregeling blijkt dat de vrijstelling alleen geldt, als slechts ‘incidenteel’ wordt geadviseerd. Het hangt af van de omstandigheden van het geval wanneer de grens van ‘marginaal’ of ‘incidenteel’ wordt overschreden. Aan deze voorwaarde wordt in ieder geval niet voldaan als de bedrijfsvoering is ingericht op de advisering over financiële producten. Dit is bijvoorbeeld het geval als de advieswerkzaamheden zijn verwerkt in de administratieve processen. Hierboven werd beschreven dat een aparte afdeling (met actieve werving) ertoe leidt, dat de adviesdienst als hoofdactiviteit kan worden beschouwd. Dit gaat in tegen het karakter van incidenteel advies.”

.
Met andere woorden: de accountant die incidenteel een pensioenadvies geeft hoeft niet vakbekwaam te zijn. Bij professionele pensioenadviseurs wordt precies andersom geredeneerd: je kunt alleen pensioenen blijven adviseren als je regelmatig pensioenadviezen verstrekt en dat er ‘niet even bij doet’

Daarop is de nieuwe module Pensioenverzekeringen gebaseerd. Een unlevel playing field die bepaald niet in het belang van de klant is.

De AFM ziet toe of actuarissen en accountants strikt aan de normen aan de vrijstellingsnormen. Is dat niet het geval dan moeten zij alsnog een vergunning aanvragen.

Hiervoor heeft de toezichthouder een overgangstermijn van zes maanden in het leven geroepen.

“De AFM heeft besloten dat accountantskantoren en actuariële adviesbureaus vallen onder een verkort overgangsregime voor de vakbekwaamheid. Dit betekent dat de instellingen niet direct hoeven aan te tonen dat de vakbekwaamheid is geborgd. Ze krijgen namelijk na vergunningverlening zes maanden de tijd om de vakbekwaamheid op orde te krijgen. Dit betekent dat een voldoende aantal feitelijk leidinggevenden binnen zes maanden moet beschikken over de juiste diploma’s. Bij de vergunningverlening vermeldt de AFM duidelijk welke diploma’s zij moeten behalen.”

De AFM heeft het in dit bericht dus nog over het bedrijfsvoeringsmodel; en niet over de komende diplomaplicht die ook voor alle adviserende accountants en actuarissen gaat gelden. Althans daar mag van uitgegaan worden.

GEEN REACTIES