Toezichthouders zitten teveel op stoel van ondernemers

Veel mensen denken dat wat goed is voor banken qua regels ook geen kwaad kan voor verzekeraars. Verbondsdirecteur Leo De Boer denkt daar anders over.

De Boer riep op het ACIS-UvA symposium over risico, regulering en supervisie van verzekeraars en pensioenfondsen op tot maatwerk en matiging voor het toezicht op de lange termijn.

‘Toezicht moet, toezicht doet je goed’ luidt de titel van de speech van De Boer. “Het staat vast dat we toezichthouders hard nodig hebben tijdens de transitieperiode waarin verzekeraars zich bevinden. Steun en aanmoediging van de toezichthouders zijn essentieel en is niet alleen in het belang van sector, maar ook van maatschappij en consument,” was de kern van het verhaal van De Boer: “We begrijpen het als de toezichthouder voortvarend te werk gaat.”

Totaal verschillende beestjes

De Verbondsdirecteur stelde hierbij wel de vraag waar de grens van goed toezicht ligt. “Niet dichtregelen, maar ruimte voor eigen afwegingen is wat De Boer voorstaat. “Ik heb wel eens de indruk dat onze toezichthouders zelfregulering veel te weinig op waarde weten te schatten.” Hij wijst op de regel- en toezichtdruk die vele verzekeraars ervaren. Voor verzekeraars voelt het alsof zij eigen prijzen, voorwaarden, beloning en cultuur niet meer mogen bepalen. “De toezichtouder zit daarmee de facto bijna op de stoel van de ondernemer en dat moeten wij, en ook zij, niet willen.”

De Boer riep op tot maatwerk voor lidstaten en matiging: “Marktwerking is ook in het belang van de klant.” Ook liet De Boer in zijn verhaal weten dat de vergelijking tussen banken en verzekeraars onzinnig is: “Het zijn totaal verschillende beestjes. Denk alleen al aan de systeemrelevantie: verzekeraars kunnen niet leeggepind worden.”

GEEN REACTIES