Regels voor incassodienstverlening in wet vastgelegd

Regels voor incassodienstverlening in wet vastgelegd
© Maria_Domnina, Pixabay

Incassodienstverleners moeten vanaf 1 april aan kwaliteitseisen voldoen en zich verplicht registreren. Met de Wet Kwaliteit incassodienstverlening wordt het beroep voor het eerst gereguleerd in Nederland.

De kwaliteitseisen gelden voor alle partijen die zich bedrijfsmatig bezighouden met het innen van buitengerechtelijke incasso’s namens derden bij consumenten die in Nederland wonen. Ook als de vordering aan een ander is doorverkocht. De dienstverleners moeten zich registreren in een openbaar register. Aan hun werk worden kwaliteitseisen gesteld op het gebied van vakbekwaamheid, omgang met schuldeisers en schuldenaren, informatievoorziening en klachtbehandeling.

Stapeling beperken

De wet bevat daarnaast een bepaling om de stapeling van incassokosten bij terugkerende vorderingen te beperken. De incassokosten mogen maximaal 140 euro bedragen als de vordering lager is dan 266,67 euro. De beperking van de incassokosten zal vanaf 1 oktober 2024 van kracht zijn.

Onprofessionele praktijken tegengaan

Doel van de wet is mensen met schulden beter te beschermen en schuldeisers meer duidelijkheid te geven over wat incassodienstverleners voor hen kunnen doen. De wet moet daarnaast onprofessionele praktijken tegengaan. Minister Weerwind voor Rechtsbescherming: “Incassodienstverlening noemen we niet voor niets dienstverlening: misstanden en onheuse bejegening horen er niet bij.”

Screeningsautoriteit Justis

Bestaande incassodienstverleners moeten zich binnen een jaar na 1 april 2024 registreren. Incassodienstverleners die starten met hun dienstverlening na 1 april, moeten zich direct inschrijven. Screeningsautoriteit Justis zal het register voor incassodienstverleners beheren en buitengerechtelijke incassobureaus screenen. De Inspectie Justitie en Veiligheid gaat toezicht houden op de kwaliteitseisen en registratieplicht en kan handhaven als incassodienstverleners zich niet aan de regels houden.

Bron: Ministerie van Justitie en Veiligheid

GEEN REACTIES