Pensioen in het Sociaal Akkoord

Sociale partners: Witteveenkader terug naar 2%, overbruggingsregeling wordt verruimd, wettelijke verplichting invaren, ‘stabielere discontovoet en geen afstempeling in 2014.

Invaren

De invoering van het nieuwe contract zal door het kabinet worden gefaciliteerd met een wettelijke verplichting tot invaren van bestaande pensioenrechten zodat pensioenfondsen niet worden gesplitst. Voor het invaren wordt een duidelijk spelregelkader ontworpen.

Discontovoet

Bezien moet worden of het mogelijk is bij het nieuwe contract een macrostabiele discontovoet vorm te geven. Het huidige voorstel ter zake uit de zogenaamde Hoofdlijnennota zal worden aangepast. Aanvullend zal onder voorwaarden worden voorzien in een mechanisme om de nieuwe disconto-voet meer conjunctuurneutraal vast te stellen en toepasbaar te maken voor goede én slechte tijden.

Scheiding nominaal-reëel

Er wordt gekomen tot een integraal FTK waarin de rigide scheiding tussen een nominaal en een reëel contract kan worden voorkomen. Het voorziene nominale FTK waarin het realiseren van een indexatie ambitie ernstig wordt belemmerd vanuit contract en toezicht kan daarmee vervallen. Dit moet gebeuren zonder vertraging in de invoering van het nieuwe pensioencontract door binnen het voorziene FTK te komen tot een aantal aanpassingen die ook een flexibele indexatie ambitie mogelijk maken.

Geen afstempeling

Er wordt vanwege de invoering van het nieuwe FTK in 2015 gekomen tot een aanvullend pakket voor het overgangsjaar 2014 waarmee afstempelen in 2014 zoveel mogelijk wordt voorkomen en geen sprake is van premiestijging uit hoofde van de beleidsregels. Daarmee kan beter worden voorgesorteerd op het nieuwe FTK. Met als doel ‘voor te sorteren’ op het nieuwe contract, kunnen tekorten over een langere periode worden opgevangen en kan afstempelen in 2014 zoveel mogelijk worden vermeden.

Witteveenkader

Het kabinet heeft als voornemen de fiscale mogelijkheden voor pensioenopbouw in 2015 te verminderen door verlaging van het maximaal toegestane opbouwpercentage naar 1,75% van het gemiddelde loon over een inkomen van maximaal 100.000 euro. De Stichting van de Arbeid acht dit een ongewenste ontwikkeling die om bijstelling vraagt.
Sociale partners willen de komende maand in overleg met het kabinet een alternatief zoeken voor de door het kabinet voorgestelde aanpassing van het Witteveenkader. Uitgangspunt daarbij is het behouden van een fiscale behandeling die voor iedere inkomensniveau voorziet in een gelijkwaardige pensioenopbouw. Daartoe worden tenminste de volgende twee varianten onderzocht uitgaande van een maximaal te bereiken opbouwpercentage van 2%:

• de mogelijkheid van een netto pensioenspaarfaciliteit in aanvulling op de voorgestelde beperking van de Witteveenruimte met een vrijstelling voor vermogensrendementsheffing (box 3). Dit moet kunnen voortvloeien uit een collectieve arbeidsvoorwaardelijke afspraak, die verplicht moet kunnen worden gesteld.

• de mogelijkheid om de belastingheffing op pensioenen gedeeltelijk te verschuiven van een heffing bij uitkering naar een heffing bij premie-inleg zonder belasting op vermogensrendement.

Overbruggingsregeling

Sociale partners vinden het van belang dat de voorgestelde tijdelijke overbruggingsregeling in verband met de verhoging van de AOW-leeftijd moet worden verruimd. Voor samenwonenden is een grens gewenst van een gezinsinkomen van 300% WML en voor alleenstaanden van 200% WML in plaats van de voorgestelde 150% WML. Hiermee wordt gekomen tot een evenwichtigere behandeling van samenwonenden versus alleenstaanden. Voorts moet worden gekomen tot een natuurlijk einde van de regeling. De regeling stopt niet eind 2018 met het oog op de kleine groep met functioneel leeftijdsontslag die na die tijd nog instroomt in de AOW. Tevens moet de voorschotregeling permanent worden gemaakt en hervormd in de richting van een flexibele AOW (in de geest van de motie Vermeij/Weijenberg). De (door)werkbonus moet worden verruimd.

Zie pag. 32-34 van het Sociaal Akkoord

De regering rept in de brief aan de Tweede Kamer niet over het wettelijk verplicht invaren en een nieuwe discontovoet.

Zie pag.  10-11 Kamerbrief.

GEEN REACTIES