Sociale partners willen introductie API in de koelkast

De Stichting van de Arbeid acht het niet verstandig om met prioriteit de introductie van de API als nieuwe pensioenuitvoerder mogelijk te maken.

De STAR reageert op het consultatiedocument waarin een blauwdruk wordt geschetst voor de nieuw te introduceren API.

Ten eerste is het volgens de Stichting van de Arbeid niet uitgesloten dat de aanpassingen in de Pensioenwet en het nieuwe Financieel Toetsingskader (FTK) van invloed zullen zijn op de definitieve vormgeving van de API. Om deze redenen acht de Stichting het verstandiger om de definitieve keuzes ten aanzien van de API pas te maken als meer helderheid bestaat over deze aanpassingen.

In de tussentijd kan wel gekeken worden of acute problemen in de uitvoering op een andere wijze op te lossen zijn zonder daarbij de domeinafbakening te wijzigen en het level playing field aan te tasten. Daarbij kan het van belang zijn dat “vaart wordt gemaakt met de Wet versterking bestuur pensioenfondsen. Door de nieuwe wet zou de vanuit elke regeling in de multi-opf verplichte vertegenwoordiging in het bestuur in een ander daglicht komen te staan.

Ook zou behoefte bestaan aan een nadere uitleg van de bepaling dat een pensioenfonds minimaal vijf jaar moet bestaan ingeval het zou willen opgaan in een multi-opf. In de praktijk blijkt dat er onduidelijkheid is gerezen over de voorwaarde dat een pensioenfonds vijf jaar moet bestaan om deel te nemen aan een multi-opf. Kennelijk kan dit zo geïnterpreteerd worden dat de (nieuwe) multi-opf ook zèlf al vijf jaar moet bestaan. Dit laatste kan volgens de Stichting niet de bedoeling zijn.

Ten tweede vraagt de Stichting van de Arbeid zich af of de voorgenomen vormgeving van de API voldoende is toegesneden op de behoeften die op het gebied van de pensioenuitvoering in ons land bestaan. Met andere woorden, er zal in de tussentijd meer onderzoek moeten worden gedaan naar nut en noodzaak van de API voor met name de internationale uitvoering. In theorie kan de API voor internationaal opererende bedrijven een podium bieden maar de Stichting ontvangt vooralsnog signalen dat de API vooral wordt gezien als nationaal uitvoeringsvehikel.

Andere opmerkingen van de STAR:

•?Er is geen onderzoek gedaan naar de potentiële markt voor de API, noch naar de behoefte aan de API.

•?Biedt de blauwdruk voldoende waarborgen dat ook in de toekomst de huidige fiscale vrijstelling van Vennootschapsbelasting, BTW en (buitenlandse) dividendbelasting van pensioenregelingen gehandhaafd kan blijven.

•?Wat zijn de verzwaarde governance-eisen?

• Er is een nadere analyse nodig op welke wijze de governance van een ‘for profit’ API het beste vormgegeven kan worden.

De STAR verwacht communicatieproblemen: de uitvoeringsorganisatie dient immers over meerdere regelingen te communiceren, bijvoorbeeld over nominale en reële pensioencontracten.

•?De blauwdruk roept de nodige vragen op over taken en bevoegdheden van het toezicht in verband met (buitenlandse versus binnenlandse) sponsorgaranties.

•?De Stichting vraagt zich tot slot af of met de voorstellen “een voorschot wordt genomen om verzekeraars in staat te stellen het ‘zachte contract’ op een indirecte wijze uit te voeren door een API op te richten.

GEEN REACTIES