over portefeuillerecht-2

Jan Aikens: Laat de klant op het aanvraagformulier een “benader mij niet”-blokje aanvinken.

Bureau D&O-algemeen directeur Jurjen Oosterbaan Martinius en Findinet-hoofdredacteur Jan Aikens discussiëren over het portefeuillerecht na het provisieverbod.

Beste Jurjen,

Voordat ik onze dialoog over het portefeuillerecht voortzet, wil ik je opmerking benadrukken dat aanbieders en intermediair met elkaar in gesprek moeten gaan over het opnieuw inrichten van de processen. In feite zeg je daarmee dat het portefeuillerecht niet als een op zichzelf staand onderwerp behandeld dient worden. Het is een onderdeel van de spelregels die partijen met elkaar moeten afspreken. Dat vraagt wel het besef en de erkenning van aanbieders en intermediair dat ze ondanks alle veranderingen in de markt deel blijven uitmaken van één keten. Om samen een goed werkbare blauwdruk op te stellen is, zoals je terecht zegt, wederzijds respect nodig, maar dat niet alleen.

Allereerst dienen in mijn visie alle marktpartijen in te zien dat ook in het provisieloze tijdperk de consument geen onderscheid zal maken tussen product en advies als hij niet krijgt wat hij verwachtte. Binnen de bedrijfstak mag dan de ontvlechting van aanbieder en adviseur ‘trending topic’ zijn, bij de gemiddelde eindklant zal die perceptie er nooit komen, is mijn stelling. De adviseur die bemiddelt bij de overeenkomst met betrekking tot een bepaald product dat geleverd wordt door een bepaalde aanbieder, committeert zich en zal voor later opdoemende gebreken in dat product door de klant aangesproken worden. Dat is zo en blijft zo, welke rolverdeling de partijen binnen de branche zichzelf ook hebben toegedicht.

Met andere woorden: naar buiten toe blijft zowel aanbieder als adviseur/bemiddelaar misschien niet juridisch, maar wel feitelijk verantwoordelijkheid voor het totale product/dienstverleningspakket. Imagobeschadiging in welke vorm dan ook blijft afstralen op alle partijen. Ik steun je oproep om aan tafel te gaan zitten van harte. Sterker: ik vind het treurig dat dit nog niet gebeurt, althans niet zodanig dat de ondernemers enig inzicht wordt geboden in de positie die zij straks – en dat is zeer binnenkort – in een samenwerkingsverband kunnen en moeten innemen.

.
En wat het portefeuillerecht betreft? Die stamt nog uit de tijd van de Wabb, een wet die de verhouding tussen verzekeraar en bemiddelaar regelde en waarin de vraag gesteld werd ‘van wie de klant was’. Het antwoord daarop weten we inmiddels: de klant is van zichzelf. En zo gedraagt hij zich ook. Hij voelt zich vrij om het ene product zelf via internet af te sluiten en voor het andere advies in te winnen. De ene verzekering zal via een bemiddelaar tot stand komen en de andere via execution only. Dat gegeven alleen al maakt het regelen van welke vorm van portefeuillerecht ook in publiekrechtelijke wetgeving tot een wassen neus en dat staat gelijk aan schijnzekerheid voor de bemiddelaar.

Jouw vergelijking met een relatiebeding tussen werkgever en werknemer is een hele goede. Als de aanbieder op een steelse manier aan de haal gaat met de gegevens die een bemiddelaar hem verschaft heeft, dan maakt hij zich in mijn visie schuldig aan het plegen van een onrechtmatige daad en daar voorziet het BW in. Ik denk niet dat een verzekeraar graag openlijk aan die schandpaal genageld wil worden.

In het overleg dat volgens jou en mij tussen intermediair en aanbieders gevoerd moet worden zou die gedragslijn geconcretiseerd kunnen worden. Wat denk je ervan als ook hier de klant aan het roer mag staan? Dat zou heel eenvoudig kunnen door de klant op het aanvraagformulier een ‘benader mij niet’-blokje te laten aanvinken. En hem te laten verklaren dat hij over het betreffende product alleen wil communiceren met of via zijn intermediair.

Ben benieuwd hoe jij daarover denkt.

Jan

GEEN REACTIES