De risico’s die samenhangen met de Nederlandse portefeuille aan hypothecaire leningen lijken ook voor ING mee te vallen. Eerder al gaven ABN Amro en Rabobank deze signalen af.
In het vierde kwartaal liet de bank voor de Nederlandse tak voorzieningen voor slechte kredieten vrijvallen, wat een teken is dat de eerdere verwachtingen (op basis van de corona-uitbraak) te somber waren. Verder blijft het deel van de portefeuille dat in wanbetaling verkeert stabiel rond de 1%. Eind 2020 was dit 0,9% tegenover 1% ultimo juni. Dit percentage is overigens wel hoger dan ABN Amro (0,7%) en Rabobank (0,2%).
Het aandeel van de portefeuille dat zich in de fase voorafgaand aan wanbetaling bevindt, lijkt het dieptepunt gepasseerd. Eind 2019 bedroeg dit 5,0% en dit steeg in het eerste halfjaar naar 5,7%. Ultimo vorig jaar is het gedaald naar 5,5%. Dit is overigens lager dan ABN Amro.
Net als Rabobank en ABN Amro deed ING het qua nieuwe productie goed in het vierde kwartaal. Uit cijfers van IG&H blijkt dat het marktaandeel met 1,3%-punt steeg. Dit kon niet voorkomen dat per saldo de hypotheekportefeuille in omvang afnam. Klanten losten meer af en sloten hypotheken over naar andere geldverstrekkers.
