Kwaliteit beleggingsdienstverlening na 2011 niet verbeterd

Banken en beleggingsondernemingen hebben nauwelijks of geen stappen genomen na de aanbevelingen van de AFM in 2011.

Dat antwoordt minister Dijsselbloem op Kamervragen. In dat antwoordt gebruikt hij twee keer de term ‘zorgwekkend’.

“Uit het onderzoek van de AFM komt naar voren dat banken en beleggingsondernemingen de kwaliteit van beleggingsdienstverlening dienen te verbeteren. Dat vind ik zorgwekkend. De banken en beleggingsondernemingen hebben erkend dat verbeteringen noodzakelijk zijn en hebben toegezegd dat zij deze verbeteringen zullen doorvoeren. Een aantal partijen heeft al verbetermaatregelen doorgevoerd.”

en “Uit het onderzoek blijkt dat in een deel van de onderzochte dossiers sprake is van passend advies en in andere gevallen niet. Ik vind dat zorgwekkend en ik ben blij dat de AFM dit serieus neemt en dit blijft monitoren en handhaven.”

In 2013 deed de AFM onderzoek naar de kwaliteit van de beleggingsdienstverlening. Zij bestudeerde dossiers van vermogende cliënten omdat die situaties veelal complexer zijn dan bij niet-vermogende cliënten. Maar Dijsselbloem neemt aan dat de dienstverlening aan niet-vermogende cliënten niet veel beter zal zijn.

Het verwijt dat banken en beleggingsondernemingen gemaakt wordt is ernstig, namelijk het overtreden van een grondbeginsel van de Wft: het inwinnen van informatie van de klant over diens financiële positie, kennis, ervaring, doelstellingen en risicobereidheid.

In hoeverre is de beleggingsdienstverlening door banken en beleggingsondernemingen verbeterd sinds het rapport ‘De klant in beeld’ uit 2011, waarin de AFM aanbevelingen voor zorgvuldig beleggingsadvies en vermogensbeheer doet?

Dijsselbloem: “Zowel in 2011 als in 2013 zag de AFM dat er nog steeds ruimte is voor verbetering van de kwaliteit van beleggingsdienstverlening. De indruk is dat de kwaliteit van de beleggingsdienstverlening niet noemenswaardig is verbeterd, maar eerder gelijk is gebleven. Dit is een reden dat de AFM sterk zal inzetten op de realisatie van de verbeterplannen door de banken en beleggingsondernemingen.”

Het is duidelijk dat de AFM nu met meer gemiddelde belangstelling zal nagaan of de verbeterplannen voortvarend worden uitgevoerd.

GEEN REACTIES