Rechter: klant hoeft hypotheekadvies niet te betalen

Een even curieus als onredelijk vonnis van de Kantonrechter Haarlem maakt het mogelijk dat klanten een overeenkomst met een hypotheekadviseur ongestraft kunnen verbreken.

Ook als de adviseur al werkzaamheden heeft verricht en de overeenkomst de gevolgen vermeldt van het intrekken van de opdracht.

Het adviesbedrijf heeft in de overeenkomst de volgende bepaling opgenomen:

PQ Finance [de hypotheekadviseur] verricht werkzaamheden voor cliënt met het doel een hypothecaire geldlening voor cliënt tot stand te brengen. Cliënt is voor deze werkzaamheden aan PQ Finance een vergoeding verschuldigd van 1,0% van de hoofdsom van de hypothecaire geldlening met een minimum vergoeding van 2.350,- euro. (…) Cliënt is deze vergoeding altijd verschuldigd (…).

Tevens is cliënt altijd de bovengenoemde vergoeding verschuldigd wanneer cliënt de aan PQ Finance verstrekt opdracht intrekt. Door ondertekening van deze overeenkomst geeft cliënt aan opdracht aan PQ Finance verstrekt te hebben.

De klant stelt, dat deze de overeenkomst te goeder trouw heeft ondertekend. Hij zou de adviseur verteld hebben dat hij nog met een andere adviseur in gesprek was. Uiteindelijk sloot de klant via die andere adviseur de hypotheek af. De curator van het inmiddels failliet verklaarde PQ Finance schetst welke werkzaamheden intussen zijn verricht, waaronder het opschorten van de ontbindende voorwaarden en het verrichten van een taxatie. PQ Finance heeft er uren aan arbeid in gestoken. Het leek duidelijk dat de klant de geadviseerde offerte wilde aanvaarden "anders laat je niet iemand naar je woonplaats rijden en een makelaar bellen."

De kantonrechter erkent dat de adviesovereenkomst bepaalt dat de klant ingeval van intrekking van de opdracht de overeengekomen vergoeding van 1% van de hoofdsom verschuldigd blijft.

Maar, redeneert de kantonrechter: "Vooropgesteld moet worden dat nu sprake is van financiële dienstverlening aan particulieren op PQ Finance een verzwaarde zorgplicht rustte. Gezien de aard van de overeenkomst en de maatschappelijke positie van PQ Finance als hypotheekadviseur, lag het op de weg van PQ Finance om [gedaagde] expliciet en volledig te informeren en hem op alle consequenties van de overeenkomst, waaronder het feit dat [gedaagde] de opdracht niet meer kosteloos zou kunnen intrekken, te wijzen.

De curator stelt weliswaar dat PQ Finace aan haar zorgplicht heeft voldaan, maar anders dan de curator stelt, staat in de op voorhand aan [gedaagde] toegestuurde adviessamenvatting niets vermeld over het verschuldigd blijven van de vergoeding bij intrekking van de opdracht. Nu PQ Finance wist dat [gedaagde] de volgende dag met een andere hypotheekadviseur eveneens over een mogelijke hypotheek in gesprek zou gaan, lag het op de weg van PQ Finance [gedaagde] uitdrukkelijk en ondubbelzinnig te waarschuwen dat hij door ondertekening van de overeenkomst hieraan gebonden zou zijn en bij intrekking van de opdracht een vergoeding van 1% van de hoofdsom verschuldigd zou zijn."

Het volledige vonnis

GEEN REACTIES