Kabinet: De effecten van huizenprijsdalingen werken vier jaar door

De verwachte consumptiegroei kan onder druk komen te staan omdat veel mensen hun restschuld versneld willen aflossen.

Dat antwoordt het kabinet op vragen naar aanleiding van de Macro Economische Verkenningen 2015 en de Miljoenennota 2015.

Hieronder de antwoorden op vragen met betrekking tot de woning- en hypothekenmarkt

Is er een beeld hoelang het negatieve effect van de door de huisprijsdalingen veroorzaakte vermogenserosie nog zal doorwerken in de consumptieve bestedingen?

Huizenprijsdalingen werken met enige vertraging door in de consumptie van huishoudens. Het CPB gebruikt voor haar ramingen het Saffier-II model. Huizenprijsdalingen hebben daar nog vier jaar later een effect op de consumptie, hoewel dit effect wel steeds kleiner wordt. De recente omslag op de woningmarkt, met voorzichtige prijsstijgingen, dempt het effect van de eerdere prijsdalingen Toch zijn er nog veel huishoudens waarvan hun huis onder water staat. Dit kan er toe leiden dat zij hun (potentiële) restschuld versneld aflossen waardoor de verwachte consumptiegroei onder druk komt te staan. Zie het kader op pagina 37 van de MEV voor een uitgebreidere analyse van de restschuldproblematiek.

(Vraag 6 Kamervragen MEV)

Welk deel van de totale hypotheekschuld bestaat uit aflossingsvrije hypotheken? Welk deel van de aflossingsvrije hypotheken is niet verbonden aan een verzekerings- of spaarproduct.

Het aandeel aflossingsvrije hypotheken is geslonken de afgelopen jaren. Datzelfde geldt voor spaarproducten. Deze trend zal zich doorzetten nu het om in aanmerking te komen voor renteaftrek vereist is om tenminste annuïtair af te lossen. Bovenstaand beeld betreft nieuwe hypotheken (de stroom). Voor het totale bestand aan hypotheken (de voorraad) zal de verschuiving langzamer zichtbaar worden. Door onder meer oversluitingen zit ook in de nieuwe productie een deel aflossingsvrije hypotheken.

Verder becijfert DNB dat bijna twee derde van alle huiseigenaren wel aflost op de hypotheek of een spaar- of levenshypotheek heeft. Ongeveer 35 procent van huishoudens heeft een volledig aflossingsvrije hypotheek. Deze hypotheken komen meer voor bij oudere huishoudens (50-plussers) waarbij vaak sprake is van forse overwaarde en substantiële financiële vermogens.

Jongere huishoudens (50-minners) hebben in 15 procent van de gevallen een volledige aflossingsvrije hypotheek. Gemiddeld ligt het aflossingspercentage van de jongere huishoudens op ruim 50 procent.

Bij de jongere huishoudens is wel vaker sprake van onderwaarde en zijn financiële vermogens beperkter aanwezig. Door de verschuiving bij de nieuwe hypotheken zal het aandeel volledig aflossingsvrij de komende jaren afnemen.

De precieze onderverdeling van aflossingsvrije hypotheken is niet beschikbaar. Er zijn naast de geheel aflossingsvrije hypotheken veel gecombineerde situaties. Van de bijna twee derde aan huiseigenaren die (deels) aflossen is in veel gevallen sprake van een combinatie van een aflossingsvrij deel met een aflossend deel. Ook komt de combinatie met een spaar- of levenhypotheek waarbij het opgebouwde vermogen verpand is aan de hypotheek veel voor. Het onderscheid tussen spaar- en verzekeringsproducten en aflossende hypotheken is niet voorhanden.

(vraag 31 Kamervragen Miljoenennota)

Wanneer verwacht u een akkoord te bereiken met de Europese Commissie over de NHI? Wanneer is de NHI naar verwachting operationeel?

Inmiddels is het eindrapport van kwartiermaker Jan van Rutte in een vergevorderd stadium. Op dit moment lopen validaties van de vormgeving van de NHI bij onder andere bij de Europese Commissie en CBS/Eurostat. Uit deze validaties zal moeten blijken of aan alle randvoorwaarden kan worden voldaan. Zo mag de NHI niet leiden tot staatssteun en mag de schuld van de NHI niet gerekend worden tot de staatsschuld. Het kabinet voert hierover constructief overleg met de Europese Commissie. Als duidelijk is of aan de randvoorwaarden kan worden voldaan, kan de kwartiermaker zijn opdracht afronden en zullen de resultaten naar uw Kamer worden gezonden.

(vraag 32 Kamervragen Miljoenennota)

Tegenover de aflossingsvrije hypotheken staan fiscaal gefaciliteerde spaarpolissen. Kan er een cijfermatig beeld gegeven worden van de hoogte van die restschulden en de hoogte van de opgebouwde vermogens in die spaarpolissen?

Op basis van de beschikbare data is het voor het CPB momenteel nog niet mogelijk een betrouwbaar cijfermatig beeld te geven van de opgebouwde vermogens in spaarpolissen. Het grootste deel van de huishoudens met een huis dat onder water staat heeft dat huis in deze eeuw gekocht, waardoor de omvang van hun opgebouwde vermogen in spaarpolissen nog beperkt is.

(vraag 19 Kamervragen MEV 2015)

Zie de documenten

GEEN REACTIES