Intermediairverenigingen willen PE-urensysteem

In plaats van eens in de drie jaar een PE-toets pleiten de intermediairs bij politici en ministerie voor een PE-urensysteem.

Een dergelijk systeem bestaat bij accountants, artsen en andere beroepsgroepen. Die moeten (via een elektronisch systeem) aantonen dat zij bijvoorbeeld 20 of 30 uur per jaar PE-waardige bijeenkomsten of cursussen hebben bijgewoond.

In het voorstel van de ‘CANON’-verenigingen (Commissie CFD, Adfiz, NVGA, OvFD en NVF) zouden deelnemers aan een PE-bijeenkomst na afloop een certificaat uitgereikt krijgen met daarop de vermelding van het aantal bestede uren. Financieel adviseurs zouden volgens de verenigingen moeten kunnen volstaan met 10 uur per jaar.

Het voorgestelde systeem heeft veel overeenkomsten met het vertrouwde PE-puntensysteem, dat jarenlang in de branche gehanteerd is. Na kritiek van het CDFD hierop is nu in het Bgfo vastgelegd dat via een bedrijfsvoeringsmodel de financiële dienstverlener moet waarborgen dat de kennis van de adviserende medewerkers altijd actueel is. Daarnaast wordt die actuele kennis eens in de drie jaar getoetst met vragen uit een centrale examen-databank. De intermediairverenigingen verzetten zich tegen het examengedeelte. Daarvoor in de plaats moet het urensysteem komen.

Om niet in de oude fout te vervallen dat op een te makkelijke wijze de PE-uren verzameld kunnen worden stellen de verenigingen de volgende randvoorwaarden voor:

Het moet gaan om studie die de vakbekwaamheid vergroot (bijv. verdere specialisatie of specifieke adviesvaardigheden);

• De studie-inspanning moet voor de toezichthouder aantoonbaar kunnen worden gemaakt (bewijsplicht). Bij een rechtspersoon geldt deze bewijsplicht voor de vergunninghouder die moet aantonen dat al zijn adviserende medewerkers aan deze PE-eis voldoen;

• Het gaat om een minimumverplichting en niet om een maximum: het ontslaat de financieel dienstverlener niet van de (bestaande) verplichting om ten minste actueel vakbekwaam te zijn in de werkzaamheden die hij/zij daadwerkelijk verricht.

In de uitwerking van het plan zou nog moeten blijken hoe een adviseur die verschillende productgroepen adviseert de PE-uren moet verdelen.

Ook is van belang of de aanbieders dit voorstel willen omarmen. Het PE-stelsel is immers niet alleen van toepassing op de onafhankelijke advieskantoren, maar geldt ook voor de adviserende medewerkers van verzekeraars en banken.

GEEN REACTIES