Werknemers in de financiële sector (banken, verzekeraars, etc) kregen er in het derde kwartaal ‘slechts’ 1,7% bij qua loonsverhoging. Dat is fors lager dan de gemiddelde loonstijging van 2,6%.
Dat blijkt uit cijfers van het CBS die vandaag werden gepresenteerd. Banken, verzekeraars en andere financiële dienstverleners staan daarmee bijna onderaan in het overzicht van loonsverhoging naar bedrijfstak. Alleen in de energievoorziening stegen de lonen nog trager.
De magere salaristoename is opmerkelijk wanneer wordt gekeken naar de zogeheten vacaturegraad in de branche (openstaande vacatures per 1.000 banen). Dit cijfer is bij bedrijven in de financiële sector hoger (43) dan het gemiddelde (34) en het onderwijs (18) waar nu zoveel over te doen is. De bouw, horeca en ICT scoren overigens nog hoger.
Daar staat tegenover dat het aantal banen bij banken en verzekeraars nog steeds afneemt. In het tweede kwartaal van dit jaar verdwenen er 2.000 banen vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. In vergelijking met het eerste kwartaal van 2019 kwamen er 1.000 banen bij.
De cijfers gaan mogelijk een rol spelen in de cao-onderhandelingen voor de verzekeringsbranche. Werkgevers zijn terughoudend en impliceren dat bij verzekeraars nog steeds bovengemiddeld beloond wordt. Vakbonden willen wel loonsverhoging en wijzen op de vacaturegraad.
