over portefeuillerecht-5

Jurjen Oosterbaan: Waarom consument wel beschermen tegen de ongewenste verkoopkracht van farmaceutische aanbieders en niet tegen die van complexe producten?

Bureau D&O-algemeen directeur Jurjen Oosterbaan Martinius en Findinet-hoofdredacteur Jan Aikens discussiëren over het portefeuillerecht na het provisieverbod.

Dag Jan,

Ik ben het met je eens dat het voor de consument kraakhelder moet zijn hoe het, na aanschaf van een financieel product, met de nazorg is gesteld en welke kosten hij hiervoor bij de aanschaf of in de toekomst gaat betalen. Heldere informatie hierover, ook bij directe aanbieders, lijkt meer dan wenselijk. Dat juist deze kostencomponent in het CIS Finance rapport, dat gaat over transparantie van advies en distributiekosten van directe aanbieders, niet is opgenomen geeft aan dat we nog een lange weg hebben te gaan wanneer we de klant echt centraal willen stellen.

Ook ik maak mij zorgen over de kwaliteit van wet-en regelgeving. Ik wijt dat vooral aan het feit dat we te maken hebben met (om Nescio te persifleren) passanten, maar aardige passanten. Of je nu kijkt bij het ministerie, de toezichthouder of de politici: mensen zitten maar kort op hun stoel. Men doet zijn ding en laat het vervolg over aan zijn opvolger. Tijd om de markt echt te leren kennen is er nauwelijks. De tijd van Carlo de Swart die begon als werkstudent en eindigde als bestuursvoorzitter van een rasintermediaire aanbieder lijkt toch echt voorbij.

Nu snel terug naar ons onderwerp: modernisering van de portefeuillerechten. Ik zag op jouw site dat inmiddels ook het Verbond zich in onze gedachtewisseling heeft gemengd. Een prima zaak, ik hoop dat anderen volgen. Het onderwerp is hiervoor belangrijk genoeg.

Als ik de reactie van het Verbond lees dan zie ik niet dat ze pleiten om de portefeuillerechten af te schaffen. Dat doet mij deugd, maar men pleit wel om tot modernisering over te gaan. En dan wordt men ook concreet door te pleiten om het recht op incasso af te schaffen. Ook dit is een onderdeel van de portefeuillerechten, dus daar wil ik nu maar eens verder op doorgaan.

Toen ik mijn loopbaan bij de NVA begon was het zelf incasseren voorwaarde voor het lidmaatschap. Sindsdien zijn tijden veranderd en meer dan 50 % van het intermediair incasseert zelf niet meer de premie. Je zou dus je schouders kunnen ophalen bij het pleidooi van het Verbond. Kennelijk vindt het intermediair zelf het incassorecht niet zo belangrijk.

Toch heb ik aarzelingen….

De stelling van het Verbond dat in deze tijd elke partij ‘zijn eigen’ vergoeding zou moeten incasseren, betekent bij schadeverzekering toch niet anders dan dat in dat geval ook daar tot een directe beloning wordt overgegaan?

Op dit moment heeft de samenleving daarvoor niet gekozen. Het lijkt mij dan niet juist om dit via de achterdeur van de modernisering van de portefeuillerechten toch binnen te halen. Daarnaast vrees ik dat aanbieders die directe incasso vooral willen benutten om de band met de eindconsument aan te halen. En dan zitten we dus in de kern van de doelstelling van de portefeuillerechten.

Het Verbond noemt de portefeuillerechten ‘achterhaalde beschermingsconstructies’ en zegt het klantbelang voorop te willen stellen. Dat klinkt goed en wie weet zijn de nieuwe passanten die na 12 september op de blauwe zetels mogen plaatsnemen hier gevoelig voor. Laat ik dan maar eens een tegengeluid horen. Wij vinden het in Nederland geen goede gedachte dat farmaceutische aanbieders hun producten rechtstreeks aan de consument proberen te verkopen. We kiezen er voor om de consument te beschermen door een tussenpersoon in de vorm van een apotheker tussen de farmaceut en de consument verplicht te stellen. Waarom de consument wel beschermen tegen de ongewenste verkoopkracht van aanbieders van medicijnen en niet tegen de ongewenste verkoopkracht van aanbieders van complexe producten? Echt, een niet passend complex financieel product kan in hoge mate de gezondheid van de consument schaden.

Aanbieders van financiële producten zullen in hun informatie aan consumenten altijd in zekere mate subjectief zijn in hun informatieverstrekking. Het lijkt daarom zeer modern om de consument tegen deze gekleurde informatie te proberen te beschermen. Bijvoorbeeld door boven ons bed de volgende passage op te hangen en daar elke avond voor het slapen even naar te kijken:

Elke tussenpersoon die zijn beroep goed uitoefent, ongeacht of hij al dan niet de premies int of daarvoor verantwoordelijk is, zal al de door hem gesloten verzekeringen regelmatig toetsen aan de werkelijkheid en daartoe de verzekeringnemers bezoeken: zijn taak is voor de belangen van de verzekeringnemers te waken en zodoende de vertrouwenspositie die hij behoort in te nemen, te bevestigen en te versterken. Hij zal zich beijveren elk contact tussen de verzekeraar en de verzekeringnemer via hem te leiden.

Akkoord. De tekst is 61 jaar oud, maar niet alles wat oud is, is achterhaald.

Ben benieuwd naar jouw verdere inzichten.

Hartelijke groeten,

Jurjen (55 jaar)

Voorafgaand in de dialoog:

GEEN REACTIES