over portefeuillerecht-4

Jan Aikens: Aanbieder met zorgplicht moet ook nazorgkosten op aparte regel specificeren

Bureau D&O-algemeen directeur Jurjen Oosterbaan Martinius en Findinet-hoofdredacteur Jan Aikens discussiëren over het portefeuillerecht na het provisieverbod.

Beste Jurjen,

Je analyse is zoals altijd vlijmscherp. Eigenlijk toon je aan dat de regelgever niet echt is opgewassen tegen de complexiteit van de financiële dienstverleningswereld. Zou dat immers wel het geval zijn dan was de oproep aan het eind van je betoog om de nazorg wettelijk duidelijker te regelen niet nodig geweest zijn.

Ik moet oppassen me niet te laten verleiden de discussie te breed te gaan trekken. Alhoewel we het eens zijn dat het portefeuillerecht slechts één van de open einden is in de regels die al binnen vijf maanden (!) van kracht worden. Eigenlijk een situatie die te bizar is voor woorden. Het heeft de schijn dat marktpartijen – aanbieders en intermediairs – ieder voor zich bezig zijn zich voor te bereiden op 2013, terwijl er sprake is en blijft van gedeelde verantwoordelijkheid. Dat gegeven zou een argument temeer moeten zijn om de afstand die tussen verzekeraars en adviseurs gegroeid is rigoureus te verkleinen. Maar belangrijker nog is jouw verwijzing naar het gevaar dat straks de consument wat nazorg betreft tussen wal en schip kan vallen.

Het beeld dat je schetst is bepaald realistisch en in mijn visie een signaal aan

  • politici die met hun incidentenwetgeving het tegendeel dreigen te bereiken van wat zij voor ogen hadden, namelijk de consumentenbescherming en
  • marktpartijen, die zodanig gefocust zijn op hun eigen positie dat zij de maatschappelijke rol die de gehele keten moet vervullen, uit het oog verliezen.

Natuurlijk heeft het geen zin hier het proces rond Wft/Bgfo 2013 nog eens dunnetjes over te doen en halt te houden bij stations die definitief gepasseerd zijn. We zullen moeten redeneren vanuit het punt waar we nu zijn aanbeland. En ja, dan spelen de problemen rond de nazorg zoals je die hebt geschetst. Problemen die niet onderschat mogen worden, maar die wel moeten worden aangepakt. En wel op een zodanige manier dat het voor de consument geen verschil mag uitmaken welke afspraken er binnen de keten worden gemaakt. Hij moet erop kunnen blindvaren dat zijn belangen vóór, tijdens en na het afsluiten van een verzekeringsovereenkomst veilig zijn.

Stel je dat uitgangspunt voorop (een andere optie is er volgens mij niet), dan moet je de klant vragen:

  • aan wie hij de zorgplicht toevertrouwt;
  • hoe ver die zorgplicht moet reiken;
  • welk bedrag hij daarvoor overheeft.

Kiest de klant voor de adviseur, dan meldt hij dat aan de aanbieder via het ‘benader me niet’-blokje. De adviseur/bemiddelaar neemt de zorgplicht op in de dienstverleningsovereenkomst en specificeert die. Die kan variëren van het wettelijk minimum tot en met maatwerk.

En wat als de klant voor de aanbieder kiest? Dan zal er voor hem niets anders opzitten dan de zorgplicht na te komen. Want stel je voor wat er gebeurt als dat anders zou zijn indien de klant rechtstreeks een complex product wil afsluiten. Ik laat even in het midden of hij slaagt dan wel zakt voor zijn financieel rijbewijs. En de aanbieder wil het product leveren met garantie tot aan de voordeur met de boodschap: hier heb je je bestelling en zoek het verder zelf maar uit. Ik zie dan al avondvullende Radar-uitzendingen voor me!

Een financieel product is geen hebbedingetje-voor-de-lol. Zonder nazorg verliest die de helft van zijn duurzame waarde. Met andere woorden: de aanbieder kan niet anders dan de nazorgplicht op zich nemen en de kosten daarvan verwerken in de prijs van het product.

En zo volgt in onze dialoog de ene suggestie de andere op. De mijne is ditmaal:

Misschien moet de aanbieder niet alleen de advies- en distributiekosten op een aparte regel transparant maken, maar ook de overeengekomen nazorgkosten met een specificatie van wat die nazorg precies inhoudt.

Dat geeft de consument de mogelijkheid bewust te kiezen voor de nazorgbehandelaar. Hij weet dan ook dat nazorg niet gratis kan en in verschillende vormen en maten tegen verschillende tarieven verkrijgbaar is.

Zo wordt de overeenkomst tussen aanbieder en adviseur/bemiddelaar een afgeleide van de afspraken die met de klant gemaakt zijn. En nogmaals: die afspraken mogen er niet toe leiden dat de klant met het product de woestijn ingestuurd wordt.

GEEN REACTIES