Brussel gaat oordelen over samenstelling pensioenbesturen

De Europese Commissie onderzoekt of de maximering van het aantal gepensioneerden in strijd is met non-discriminatiebeginsel.

In de Wet versterking bestuur pensioenfondsen die op 7 augustus in werking is getreden, is vastgelegd dat het aandeel van gepensioneerden in het bestuur van een pensioenfonds gemaximeerd is tot 25%.

Pensioenjurist Hans van Meerten heeft betoogd dat deze regel waarschijnlijk in strijd is met het non-discriminatiebeginsel. Als hij gelijk heeft – en hij voert in zijn Verkenning daar een aantal sterke argumenten voor aan – is de wet in strijd met het Europees recht. Samen met de Stichting Pensioenbehoud kan hij zijn visie nu concreet toetsen doordat de stichting een klacht heeft gedeponeerd bij de Europese Commissie.

De klacht betreft ‘discriminatie tussen gepensioneerden en werkenden in het bestuur van bedrijfstakpensioenfondsen’ en luidt:

“De klacht houdt in dat artikel 100, lid 1, 2e alinea van de Wvbp waarin het aantal gepensioneerden wordt gemaximaliseerd op 25% van totaal aan bestuursleden, in strijd is met het non-discriminatiebeginsel in het Europees recht. Deze verboden discriminatie wordt ook als waarschijnlijk vastgesteld door advocaat dr. H. van Meerten van kantoor Clifford Chance te Amsterdam in zijn ‘Toetsing van de Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen aan EU-recht’ van 14 juni 2013. Dezelfde klacht geldt voor artikel 100, 2, 2e alinea voor de maximalisatie van gepensioneerden op 50%. Deze strijdigheid is op ons verzoek aan de orde gesteld door een CDA-lid van de Eerste Kamer bij de behandeling van het wetsontwerp Wvbp,  doch staatssecretaris SZW Klijnsma stelde in de Nota n.a.v. het verslag van 8 juli 2013 o.a. dat Richtlijn 2000/78/EG niet van toepassing is.

De aangevoerde gronden (inzake dat de richtlijn niet van toepassing zou zijn) zijn echter onjuist gezien de werkingssfeer van richtlijn 2000/78 (o.a. artikel 3) en o.a. de arresten van het EU-Hof Brentjens/Drijvende Bokken/Albany (C-219/97) waarin onder meer werd geoordeeld dat het tot stand brengen van een CAO en het vormgeven van een pensioenregeling, waarbij het beheer bij een pensioenfonds wordt ondergebracht, onderdeel uitmaakt van de arbeidsvoorwaarde en beloning van de werknemers. Het wettelijk kader dat de vertegenwoordiging van bepaalde groepen in het pensioenfondsbestuur/toezicht beperkt is, is daarmee ook een directe inbreuk op de Richtlijn 2000/78/EG.”

De Europese Commissie heeft laten weten de klacht in behandeling te nemen en gaat nu onderzoeken of zij een inbreukprocedure zal inleiden

GEEN REACTIES