Hoge Raad beëindigt juridische strijd om eisen aan contra-experts door Achmea

Hoge Raad beëindigt juridische strijd om eisen aan contra-experts door Achmea
© Sang Hyun Cho, Pixabay

Verzekeraar Achmea mag niet van contra-experts eisen dat zij zijn aangesloten bij het NIVRE. Dat oordeelt de Hoge Raad in een uitspraak die was aangespannen door de Stichting Ombudsman Schadeverzekeringen. Eerder al kwamen de kantonrechter en het Gerechtshof Den Haag tot hetzelfde oordeel.

Sinds 2018 stelt Achmea eisen aan contra-experts die door consumenten worden ingeschakeld bij een schadebepaling. Deze moeten zijn aangesloten bij het Nederlands Instituut Van Register Experts, NIVRE, of bij een vergelijkbare beroepsorganisatie. Deze organisatie moet zich bovendien houden aan de “Gedragscode schade-expertiseorganisaties van het Verbond van Verzekeraars”, over een duidelijke klacht- en tuchtprocedure beschikken en eisen beschrijven voor permanente opleiding van experts. Kosten van contra-experts die niet aan deze eisen voldoen, worden niet vergoed.

Deze eis leidde tot ophef onder onafhankelijke experts die zich buitenspel gezet voelden. De zelfbenoemde Ombudsman Schadeverzekeringen Eric Horssius startte een juridische procedure.

Dubbele redelijkheidstoets

De Hoge Raad gaat in haar oordeel uit van artikel 7:959 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Volgens dit artikel moet een verzekeraar de redelijke kosten voor het vaststellen van schade vergoeden. Of dit in een concreet geval opgaat en zo ja, tot welk bedrag, wordt in alle gevallen bepaald op basis van een dubbele redelijkheidstoets. Dat houdt in dat zowel het inschakelen van de expert, als de omvang van de kosten van de expert redelijk moeten zijn. Ook de kosten van een contra-expert komen volgens deze voorwaarden voor vergoeding door de verzekeraar in aanmerking.

Belangentegenstelling

Of aan die dubbele redelijkheidstoets is voldaan, hangt af van de omstandigheden van het geval, aldus de Hoge Raad. “Het inschakelen van een contra-expert zal vaak redelijk zijn. Immers, tussen verzekeraar en verzekerde bestaat een belangentegenstelling: de verzekeraar zal het schadebedrag zo laag mogelijk willen houden, terwijl de verzekerde belang heeft bij een zo hoog mogelijk schadebedrag. Expertisebureaus werken vaak voor dezelfde verzekeraars en kunnen daarmee organisatorisch verbonden zijn. Dat alles brengt mee dat een verzekerde in het algemeen een redelijk belang heeft bij het inschakelen van een eigen expert en dat de kosten van die expert voor rekening van de verzekeraar komen, mits de omvang van de kosten redelijk is. Het verweer van Achmea dat de kosten van een contra-expert niet onder art. 7:959 lid 1 BW kunnen vallen, faalt dan ook.”

Wel erkent de Hoge Raad dat het ook in het belang van een verzekerde is dat een ingeschakelde contra-expert aan minimum kwaliteitseisen voldoet. “De in de polisvoorwaarden omschreven eisen zouden daaraan kunnen bijdragen. Echter, het is niet uitgesloten dat een contra-expert die niet aan de door Achmea gestelde voorwaarden voldoet, toch in staat is een kwalitatief goede contra-expertise uit te voeren.”

Keuzevrijheid

Ander belangrijk punt is de keuzevrijheid van de consument. “Een consument heeft in beginsel de vrijheid zijn eigen deskundige te kiezen, mits die persoon naar objectieve maatstaven redelijkerwijs in staat moet worden geacht een deskundig advies uit te brengen. De redelijke kosten die een dergelijke expert in rekening brengt voor het vaststellen van de schade, behoren door Achmea te worden vergoed, ook als de expert niet voldoet aan de eisen die in de bedingen worden gesteld.

“Wanneer consumenten een expert inschakelen die voldoet aan de in de polisvoorwaarden gestelde eisen, vormt dat tot op zekere hoogte een waarborg dat de expert daadwerkelijk deskundig is. Maar zekerheid geven de eisen uit de polisvoorwaarden niet. Bovendien beperken de eisen de keuzevrijheid van consumenten door niet de kosten te vergoeden van een deskundige contra-expert die niet aan de eisen uit de polisvoorwaarden voldoet. Kortom, de beperking die Achmea aan de verzekerde oplegt gaat verder dan uit de dubbele redelijkheidstoets volgt.

Wenk

De Hoge Raad geeft wel een wenk voor verzekeraars die de kwaliteit van experts willen waarborgen: “Indien verzekeraars verzekerden in dit opzicht richting willen geven en zekerheid willen bieden, kunnen zij in de voorwaarden opnemen dat zij vergoeding van expertisekosten niet zullen weigeren op gronden die verband houden met de ingeschakelde expert als de verzekerde een expert heeft ingeschakeld die aan bepaalde voorwaarden voldoet, en dat de vergoeding van de kosten van een expert die niet aan die voorwaarden voldoet ervan afhangt of het inschakelen van die expert in het concrete geval redelijk is.”

GEEN REACTIES