In de Geldgids van de Consumentenbond roept het Kifid banken op om klanten beter te beschermen tegen fraude. De banken hebben de beschikking over methoden om fraude te detecteren, maar toch zijn het uiteindelijk de klanten die moeten zorgen dat de overboekingen juist zijn. Haalt een oplichter de rekening leeg? Dan zijn de gevolgen voor de klant.
Controle door de bank is mogelijk
Banken beschikken over computermodellen die afwijkende transacties kunnen opmerken. Daarbij kan gedacht worden aan het overboeken van grote sommen geld of het in korte tijd pinnen van bedragen op verschillende locaties. Volgens de Consumentenbond voeren banken deze controles echter niet altijd uit en houden ze betalingen niet tegen. De reden daarvoor is dat het tijd kost. De banken willen niet dat overboekingen vertraging oplopen door de controle op fraude. Bovendien kunnen grote aankopen ook aangemerkt worden als een abnormale transactie.
Verantwoordelijkheid van de klant
Banken worden geacht geld snel over te boeken. Daar heeft de klant ook baat bij. Het blijft daarom voor de klant belangrijk om zelf op te letten wat er met zijn geld gebeurt. Is er sprake van fraude en heeft de klant de betaling zelf geïnitieerd, dan is de klant verantwoordelijk. Na overleg van minister Hoekstra van Financiën met de banken zijn de banken tot een coulanceregeling gekomen om slachtoffers van spoofing onder voorwaarden wel te compenseren.
Van spoofing is sprake als het voor de klant lijkt alsof hij direct met de bank communiceert. De oplichters laten het bijvoorbeeld lijken alsof ze bellen vanaf een telefoonnummer dat daadwerkelijk van de bank is. Hierbij initieert de klant de betaling wel, maar hij kan niet weten dat hij het geld overmaakt naar een oplichter.
Kosten van het betalingsverkeer
De Consumentenbond merkt op dat door de toenemende automatisering bij de banken naast de fraudedetectie ook lagere kosten van bankrekeningen te verwachten zijn. In werkelijkheid blijven de bankkosten echter toenemen.
