Woningmarkt in Regeerakkoord en CPB-analyse

“Annuïtair aflossen bij nieuwe hypotheken en verlaging overdrachtsbelasting zijn de eerste belangrijke stappen om de woningmarkt weer in beweging te krijgen.”

Hypotheekrenteaftrek

Voor bestaande en nieuwe hypothecaire leningen wordt vanaf 2014 het maximale aftrektarief (vierde schijf), in stappen van een half procent per jaar, teruggebracht naar het tarief van de derde schijf. De opbrengst sluizen we jaarlijks budgettair neutraal terug naar de groep die door de maatregel geraakt wordt. Voor de helft door verlaging van het hoogste tarief in de inkomstenbelasting en voor de helft door verlenging van de derde belastingschijf in de inkomstenbelasting.

CPB: lichte prijsdaling

De versobering van de hypotheekrenteaftrek zorgt structureel voor een daling van de fiscale subsidievoet met 0,9%-punt tot 15,7% (16,6% in het basispad). Als gevolg daarvan dalen de prijzen van koopwoningen in lichte mate. De maatregelen op de huurmarkt doen de huren structureel met tien procent stijgen. Omdat de extra huurinkomsten groter zijn dan de extra verhuurdersheffing, neemt het aanbod van huurwoningen toe, waardoor de rantsoenering op de huurmarkt verder afneemt. Dit leidt ook tot een verminderde druk op de koopwoningmarkt waardoor huizenprijzen verder omlaag kunnen.

Restschulden

De problemen met restschulden worden gericht aangepakt. De rente betaald op restschulden kan tijdelijk (maximaal 5 jaar) en onder voorwaarden blijven worden afgetrokken. De gunstige leningsfaciliteit voor starters van de Stichting Volkshuisvesting Nederland zal worden uitgebreid.

Huurtoeslag/huurverhoging

De huurtoeslag blijft intact om woningen voor lagere inkomens betaalbaar te houden. Dat maakt een gedifferentieerde huurverhoging mogelijk. Voor huurders met een huishoudinkomen tot 33.000 is dat 1,5 procent plus inflatie. Bij mensen met een inkomen tussen de 33.000 en 43.000 gaat het om 2,5 procent bovenop de inflatie. Boven de 43.000 is de huurverhoging 6,5 procent plus inflatie. Verhuurders mogen hierbij werken met een huursombenadering. De systematiek met een

huurliberalisatiegrens blijft intact.

Woningwaardering

Het systeem voor woningwaardering wordt sterk vereenvoudigd met als grondslag 4,5 procent van de waarde op basis van de wet waardering onroerende zaken. Daarmee komt een einde aan het ingewikkelde puntensysteem. Voor huurders met een inkomen boven 43.000 wordt de maximale

huurprijs op basis van het woning waarderingssysteem tijdelijk buiten werking gesteld. Na vertrek van de zittende bewoners geldt de maximale huurprijs weer.

Woningcorporaties

De taak van woningbouwcorporaties wordt teruggebracht tot het bouwen, verhuren en beheren van

sociale huurwoningen en het daaraan ondergeschikte direct verbonden maatschappelijke vastgoed. Corporaties komen onder directe aansturing van gemeenten. Gemeenten met meer dan honderdduizend inwoners krijgen extra bevoegdheden. De schaal van een woningbouwcorporatie moet in overeenstemming zijn met de schaal van de regionale woningmarkt en met de maatschappelijke kerntaak. De extra huuropbrengsten van corporaties die het gevolg zijn van de maatregelen in de huursector worden via een heffing afgeroomd. De beloning van bestuurders van woningbouwcorporaties wordt versneld aangepast op basis van de nieuwe wet normering topinkomens.

Annuïtair aflossen

Verplicht annuïtair aflossen zoals opgenomen in het wetsvoorstel Fiscale behandeling eigen woning is in het Regeerakkoord overgenomen (zie ook: ‘Wet Eigen Woning’ houdt vast aan daadwerkelijk annuïtair aflossen).

CPB: vraag of dat bij de rechter stand houdt

“Vanaf 1 januari 2013 geldt voor nieuwe hypothecaire leningen dat de rente aftrekbaar blijft, mits de lening in maximaal 30 jaar en ten minste volgens een annuïtair schema volledig worden afgelost (een maatregel uit het Begrotingsakkoord 2013). De aflossingsverplichtingen moeten bij het aangaan van de schuld zijn overeengekomen in de leningovereenkomst en moeten daadwerkelijk worden nageleefd.

Dit beperkt in de praktijk de keuzevrijheid. Huishoudens kunnen goede redenen hebben om minder af te lossen. Dit kan worden opgelost door de fiscale aftrek los te koppelen van de feitelijke hypotheek, bijvoorbeeld via een forfaitair aflossingsschema. Daarnaast bestaan er juridische onzekerheden omtrent deze maatregel. Er blijft dertig jaar lang een onderscheid bestaan tussen kopers met een oude lening en met nieuwe leningen. Mogelijk houdt dit onderscheid geen stand bij de rechter.

Het Verbond:

“Het Verbond is kritisch op de stapeling van maatregelen voor starters, die daarnaast annuitair volledig moeten aflossen. Deze maatregel verhoogt de woonlasten en belemmert de doorstroming.”

GEEN REACTIES