Verplichtstelling verplicht: geen beroep op “geen premie, geen recht”

Een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds kan zich niet er niet op beroepen dat een werknemer niet is aangemeld. Een vonnis met veel citaten uit parlementaire discussies.

Bij een werknemer wordt wel pensioenpremie ingehouden, maar werknemer weet niet of en aan welk pensioenfonds die premie wordt afgedragen. Niet aan ons, stelt het bedrijfstakpensioenfonds bij wie de werkgever verplicht is aangesloten. Onder het adagium ‘geen premie, geen recht’ keert het fonds geen pensioen uit.

De kantonrechter in de rechtbank Noord Nederland kiest partij voor de werknemer. Hij doet dat in een vonnis dat interessant is omdat daarin uitvoerig uit de parlementaire debatten geciteerd wordt. Eveneens interessant is de conclusie dat het geen verschil maakt of op deze zaak de PSW danwel de PW van toepassing is. De kantonrechter richt zich in deze zaak op de Pensioenwet.

“Alhoewel hier in de PW zelf geen bepaling over is opgenomen, blijkt uit de totstandkoming van de PW dat het niet is toegestaan dat verplichtgestelde pensioenfondsen een recht op pensioen afhankelijk maken van de vraag of premie is betaald. Zo vermeldt de Memorie van Toelichting onder meer:

‘Dit wetsvoorstel staat niet toe dat een pensioenfonds uitgaat van het principe "geen premie -geen recht" door bijvoorbeeld een algemeen beding in de statuten of reglementen op te nemen [op] grond waarvan het recht op uitkering afhankelijk wordt gemaakt van de vraag of de premie is betaald. (…) Voorts zou een dergelijk beding ook haaks staan op het systeem van de wet Bpf 2000’."

De kantonrechter vervolgt: “Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat dit uitgangspunt voortvloeit uit het bijzondere karakter van de verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen, nu deze fondsen op grond van de Wet Bpf 2000 (alsmede op grond van de voordien geldende Wet Bpf) extra mogelijkheden hebben om premie te innen via het uitvaardigen van een dwangbevel. Dit geldt volgens de minister ook in geval een werkgever, die wel onder de werkingssfeer van het pensioenfonds valt, bij dat fonds niet bekend is:

‘Het verdraagt zich niet met de verplichtstelling, indien het verplichtgestelde fonds een beroep op een uitkering in zijn algemeenheid zonder meer zou kunnen afwijzen onder verwijzing naar een algemene bepaling in de statuten, of in het pensioenreglement, dat "geen premie" resulteert in "geen recht". De verplichtstelling is immers – op verzoek van de sociale partners – tot stand gekomen om alle werknemers en werkgevers in de branche te binden. Die binding zou ernstig ondergraven worden indien premiebetaling daar een voorwaarde voor wordt’."

En: “Uit de parlementaire geschiedenis betreffende de PW blijkt verder dat het niet toestaan aan verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen om het principe van ‘geen premie, geen recht’ te hanteren een voortzetting is van de lijn die ook reeds onder de PSW gold. Zo vermeldt de Nota naar aanleiding van het verslag:

‘Anders dan uit de bijdrage (…) zou kunnen worden afgeleid, voert de regering op dit onderwerp in de Pensioenwet geen nieuw beleid. Het vorenstaande is staand beleid. Ook onder de vigerende wetgeving verdraagt een algemeen "geen premie-geen recht" beginsel zich niet goed tot het karakter van de (verplicht gestelde) pensioenfondsen. Dit vloeit niet zozeer voort uit de wet (PSW, de Pensioenwet) maar uit de wijze waarop het Nederlandse pensioenstelsel is ingericht. Er is derhalve geen sprake van "het vervallen van een bepaling", of van "een expliciete verankering" van dit onderwerp in de wet’."

“Dit betekent dat een werknemer die onder de verplichtstellingsbeschikking van een bedrijfstakpensioenfonds valt, behoudens evidente gevallen van "boze opzet", aanspraak heeft op pensioen, ook als de werkgever de werknemer (per abuis of met opzet) niet heeft aangemeld, als bij de werknemer geen premie is ingehouden en/of die premie niet is afgedragen.”

Een bepaling in de reglementen die anders luidt is in strijd met de wet, oordeelt de kantonrechter.

DNB neemt hetzelfde standpunt in en versterkt het toezicht hierop bij middelgrote en kleine pensioenfondsen (zonder verplichtstelling). Zie ook: DNB neemt aansprakelijkheid pensioenuitvoerder serieus

Het volledige vonnis

GEEN REACTIES