(Findinet) Splitsing pre Brede Herwaardering lijfrente

Op grond van het Belastingplan 2009 is per 1 januari 2009 een einde gekomen aan de splitsingsproblematiek van lijfrenten. Tot 1 januari 2009 bestond voor de verzekeringnemer van een lijfrenteverzekering de keuze om een lijfrentepremie niet geheel in aftrek te brengen. Daarmee kon de verzekeringnemer een zogenaamd box 3 gedeelte laten ontstaan. Vanaf 1 januari 2009 is deze keuzemogelijkheid verdwenen en geldt dat de vormgeving van een lijfrentepolis bepaalt of deze verzekering in box 1 of in box 3 valt. Een polis van een lijfrenteverzekering die aan de voorwaarden van de Wet inkomstenbelasting 2001 voldoet, valt geheel in box 1, waarbij de uitkeringen te zijner tijd belast zijn. Hierop de beperkte saldomethode van toepassing.

Voor toepassing van de beperkte saldomethode worden de premies die betaald zijn in de periode 2001 tot en met 2008 onbeperkt in aanmerking genomen. Premies die vanaf 2009 zijn betaald worden tot maximaal € 2.269 per jaar in aanmerking genomen. Ten aanzien van de pré Brede Herwaardering lijfrenteverzekeringen was aangegeven dat bovenstaande niet gold. Naar aanleiding van een verzoek van het Verbond van Verzekeraars geldt nu hetzelfde regime voor de pre Brede Herwaardering lijfrenteverzekeringen, waarvoor na het jaar 2000 nog premies zijn voldaan. Ook op pré Brede Herwaardering lijfrenteverzekeringen is voortaan de beperkte saldomethode van toepassing. Voor toepassing van de beperkte saldomethode worden de premies die betaald zijn in de periode 2001 tot en met 2009 onbeperkt in aanmerking genomen. Premies die vanaf 2010 zijn betaald worden tot maximaal € 2.269 per jaar in aanmerking genomen.

GEEN REACTIES