Pensioenfederatie kraakt SER-advies pensioenstelsel

Gerard Riemen: ‘De SER heft met name argumenten tegen de doorsneepremie op een rij gezet en de argumenten pro zijn in het advies niet terug te vinden.’

Tijdens de themamiddag georganiseerd door Pensioenfederatie, Verbond en Netspar heeft algemeen directeur van de Pensioenfederatie Gerard Riemen harde noten gekraakt over het SER-advies.Toekomst pensioenstelsel.

In zijn inleiding zei hij “geen mening te hebben over het handhaven of afschaffen van de doorsneepremie” om niet beschuldigd te kunnen worden van het feit “dat ik zo defensief ben”. Maar intussen probeerde hij wel alle argumenten om de doorsneepremie af te schaffen te weerleggen.

Afschaffen vanwege zzp-ers? “Kan dat ook niet worden opgelost door de zpp’ers binnen de tweede pijler te houden?”

Afschaffen vanwege gebrek aan transparantie? “Wat is er niet transparant aan het gegeven dat iedereen ongeacht leeftijd, gezondheid of geslacht een zelfde bijdrage betaalt voor een gelijke aanspraak?”

Afschaffen om het stelsel aantrekkelijk te maken voor jongeren en herverdeling tussen hoog en minder hoog opgeleid tegen te gaan? “Waar is het sociologisch onderzoek waaruit blijkt dat jongeren tegen de doorsneepremie zijn?”

Verhoogt afschaffen de prikkel voor jongeren om te gaan werken en vermindert de prikkel voor ouderen om te gaan werken? “Is dat wat we nu nodig hebben? Hebben ouderen een te grote prikkel om te gaan werken en jongeren nu een te geringe prikkel?”

Verder wijst Riemen op het feit dat afschaffing de gemeenschap 100 miljard euro kost en hij vraagt zich af: “Hoe gaan we in een stelsel zonder doorsneepremie de gelijke behandeling tussen mannen en vrouwen, gezond en ongezond en jong en oud vormgeven?”

Is er wel een probleem?

Riemen is er niet van overtuigd dat er een probleem is, en als die er al is wordt die niet veroorzaakt door de elementen van ons pensioenstelsel, maar door de regelgeving. “Zouden we nu ook een toekomstdiscussie hebben als de rekenrente de afgelopen jaren tussen de 3 en de 4 procent had gelegen?”

“De Pensioenfederatie bepleit al langere tijd een wettelijk kader dat sociale partners en beroepsgenoten in staat stelt om moderne en innovatieve pensioenovereenkomsten af te sluiten. Het huidige wettelijk kader belemmert dat. We zien dus graag dat er wordt doorgepakt en wordt geïnvesteerd in de studie naar premieovereenkomsten met collectieve elementen en risicodeling.

Daarbij zijn twee zaken van groot belang:

  • Het gaat om het uitbreiden van de mogelijkheden. Dus een oproep voor een dergelijke studie betekent niet een afscheid van bestaande opties als de uitkeringsovereenkomst of premie- en kapitaalovereenkomst zoals we die nu al kennen.
  • Het definiëren van A: waar staan we nu, en B: wat moet het worden, is relatief simpel. De echte uitdaging is hoe je van A naar B komt. De pensioenfondsen zijn bij uitstek de hoeders van de opgebouwde aanspraken en kapitalen. Voor ons is het dan ook vrij helder: zolang er geen oplossing is voor de transitieproblematiek is er domweg geen oplossing.”

Riemen benadrukt nogmaals dat de komst van een algemeen pensioenfonds hard nodig is en ook open moet staan voor verplichtgestelde fondsen. “Voor de Pensioenfederatie staan nut en noodzaak van de verplichtstelling als een paal boven water. Ook verplichtgestelde pensioenfondsen moeten de ruimte krijgen om de door hun gewenste consolidatieslag te kunnen maken.

De zzp-er

Het verhaal van de SER over zzp-ers wringt, vindt Riemen. “Immers, één van de argumenten van de SER om de doorsneepremie af te schaffen is de positie van de zzp-er. Maar als die zzp-er verplicht moet deelnemen in de tweede pijler dan komt dat argument te vervallen.”

“Ik mis bij het zzp-hoofdstuk een dimensie. Namelijk wat de gevolgen zijn van het toenemende aantal zzp-ers in bepaalde bedrijfstakken voor de pensioenen van de werknemers in diezelfde sector. Als in een bedrijfstak een steeds grotere groep ondernemers z’n diensten goedkoper kan aanbieden omdat er geen sprake is van een pensioenlast, dan zet dat grote druk op de ondernemers die verplicht zijn om pensioenpremie af te dragen voor hun werknemers. Deze oneerlijke concurrentie kan ertoe leiden dat uiteindelijk de ondernemingen die wel pensioenpremie afdragen, het loodje leggen.

Kortom, het zzp-vraagstuk vergt niet alleen een benadering vanuit de optiek van de zzp-er.”

GEEN REACTIES