Optimalisering premieovereenkomsten opnieuw op langere baan

Tijd voor pensioenknip nieuwe stijl: nieuw wettelijk kader voor premieovereenkomsten treedt op zijn vroegst op 1 juli 2016 in werking.

Dat blijkt uit de voortgangsrapportage die staatssecretaris Klijnsma in de brief Planning pensioenonderwerpen 2015 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Kern van de vertraging is het feit dat SZW alle knelpunten integraal wil behandelen.

Niet gekozen wordt voor de variant om eerst het meest urgente probleem te verzachten. Dat probleem is het harde conversiemoment van opbouw- naar uitkeringsfase. Het pensioen moet nu in zijn geheel aangekocht worden tegen de actuele lage rente. Het is niet toegestaan om na pensioendatum door te beleggen. Ook is (eigenlijk in het vooruitzicht van wetswijzigingen die deze optimalisering mogelijk zouden maken) de tijdelijke mogelijkheid van een pensioenknip afgeschaft.

Uitstel betekent dat voor mensen die vóór 1 juli 2016 (als die datum haalbaar blijkt te zijn) met pensioen gaan de harde conversieregel wordt gehanteerd en hen het recht op een beter rendementsperspectief wordt onthouden.

Al in 2014 zijn kort gezegd twee hoofdvarianten voor de uitkeringsfase geopperd:

1. een variant, waarbij deelnemers in de uitkeringsfase deels kunnen doorbeleggen op basis van een individuele beleggingsstrategie.

2. een variant, waarbij deelnemers in de uitkeringsfase deels kunnen doorbeleggen door vanaf de pensioeningangsdatum toe te treden tot een collectief, waarin gepensioneerden beleggingsrisico en langlevenrisico met elkaar delen.

De conclusie werd toen getrokken: “Aan de nadelen van het huidige harde conversiemoment op pensioendatum kan tegemoet worden gekomen door meer beleggingsvrijheid toe te staan na pensioendatum. Zowel bij de variabele annuïteit als bij doorbeleggen binnen de premieovereenkomst wordt deelnemers een beter rendementsperspectief geboden.”

Argumenten uitstel

Tussen het verschijnen van de hoofdlijnennota en de huidige planningbrief is het rendementsperspectief voor mensen die met pensioen gaan nog verder verslechterd. Toch vindt het kabinet dat ook alle aan dit probleem gerelateerde knelpunten in één en dezelfde wetswijziging moeten worden opgelost.

Het gaat dan bijvoorbeeld om de wijze van flexibiliteit in uitkeringshoogte (hoog-laagconstructie); de relatie tussen bestaande premie- en kapitaalovereenkomsten en de verhouding tot waardeoverdracht en de netto pensioenregeling.

Extra aandacht besteedt de brief aan de zorgplicht voor pensioenuitvoerders, ingeval de deelnemer de verantwoordelijkheid krijgt voor de beleggingen tijdens de uitkeringsfase en van het ‘prudent person’ beginsel dat uitvoerders van premieovereenkomsten bij hun beleggingsbeleid dienen te hanteren. Eenzelfde discussie is eigenlijk wat de opbouwfase betreft al bij de introductie van de Pensioenwet gevoerd.

Ook wordt als probleem gezien: de vormgeving van de keuzemogelijkheden die de deelnemer in de optimale premieovereenkomst (minimaal) zou moeten hebben. Verder wordt onderzocht welke normering nodig is om te voorkomen dat de deelnemer met te grote schommelingen in het pensioen wordt geconfronteerd, alsmede hoe de optimale premieovereenkomst binnen het fiscale kader voor deze overeenkomsten is in te passen.

Pensioenknip nieuwe stijl?

Iedereen zal het toejuichen wanneer een ministerie streeft naar perfecte wetgeving, waarmee zoveel mogelijk reparerende amendementen, nota’s van wijziging etc. kunnen worden voorkomen.

Maar juist hier zou ook de conclusie kunnen zijn dat een tweetraps wetgevingstraject wel op zijn plaats is. De rentestand is zodanig dat pensioengerechtigden er alleen maar van kunnen dromen dat zij ‘met grote schommelingen in het pensioen worden geconfronteerd’. Was het maar waar; voorlopig hebben zij de zekerheid van een vaste uitkering op het laagste niveau zonder bijsturingsmogelijkheid naar boven.

Misschien is het een gedachte de mogelijkheid te bieden van een pensioenknip nieuwe stijl totdat de nieuwe wet compleet is?

Bijvoorbeeld: voor de eerste één of twee jaar een direct ingaande tijdelijke uitkering tegen de bestaande regels en daarop aansluitend de overige uitkering onder het dan fungerende nieuwe regime?

Gecompliceerd?

Ongetwijfeld, maar wel in het belang van de mensen waarvoor de regels worden opgesteld.

GEEN REACTIES