Er is recht op AOW-toeslag en tevens sprake van ex-partner pensioen. Vindt er in dat geval een korting op de AOW-toeslag plaats?
Deze casus staat centraal in Kamervragen van Eddy Hijum (CDA). Zijn kernvraag is of ex-partner pensioen behandeld moet worden als alimentatie of als pensioenuitkering.
Fiscaal kan het ex-partner pensioen als alimentatie behandeld worden, namelijk in het geval dat de pensioenuitvoerder het volledige pensioen uitkeert aan de partner die het pensioen heeft opgebouwd uit eigen werkzaamheden. Deze partner moet dan zorg dragen voor verevening met de ex-partner. De betreffende betaling wordt fiscaal behandeld als ware het partneralimentatie. Betaling aan de ex-partner is dus fiscaal aftrekbaar bij de verevenende partner en belast bij de ontvangende partner.
“Deze fiscale oplossing wil niet zeggen”, antwoordt minister Kamp, “dat een dergelijk pensioen voor de sociale wetgeving als alimentatie is aan te merken. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de alimentatie en pensioen in het Inkomensbesluit Volksverzekeringen Sociale Voorzieningen, (voormalig inkomensbesluit AOW).” Kamp vindt dat terecht en ziet geen reden om dat te wijzigen.
“Ex-partner pensioen betreft pensioenaanspraken die gezamenlijk zijn opgebouwd en waarop elk van de gewezen partners zelfstandig aanspraak kan maken. De kern van de Wet Verevening Pensioenrechten bij scheiding is dat “de opbouw van zodanig pensioen (…) in beginsel moet worden gezien als het resultaat van de gemeenschappelijke inspanning van beide echtgenoten” (citaat uit de memorie van toelichting). Met andere woorden, de (ex) partner wordt geacht evenzeer te hebben bijgedragen aan de opbouw van pensioenrechten als de werknemer.
Op grond van deze wet constateer ik dat een ex-partner pensioen een pensioenuitkering is, en geen alimentatie.”
“Pensioen, opgebouwd uit eigen werkzaamheden wordt behandeld als pensioen dat gezamenlijk met de partner of ex-partner is opgebouwd en waarop de gewezen partners dus ook elk zelfstandig aanspraak kunnen maken. Deze twee dienen beiden als ‘overig inkomen’ in de zin van het Inkomensbesluit te worden beschouwd en daarom in mindering te worden gebracht op de AOW-partnertoeslag.”