Kifid: verklaring rentewijziging ontoereikend, geldverstrekker moet boeterente opnieuw berekenen

Kifid: verklaring rentewijziging ontoereikend, geldverstrekker moet boeterente opnieuw berekenen
© Pixabay

Een geldverstrekker kan niet volstaan met alleen ‘de veranderende marktomstandigheden’ te noemen als reden voor een rentewijziging. Een consument die klaagde over zijn hierdoor bijna verdubbelde boeterente, krijgt gelijk van het Kifid.

De consument sluit in 2007 een hypotheek af met rentetarief van 4,7% voor vijftien jaar vast bij Quion (Ember hypotheken 2). Eind 2016 wil de consument zijn hypotheek verhogen bij de bestaande geldverstrekker. Die verstrekt niet langer hypotheken, waardoor de consument zich genoodzaakt ziet om de lening over te sluiten naar een andere geldverstrekker. In de leningovereenkomst is vastgelegd dat bij vervroegd aflossen de consument een vergoeding moet betalen wanneer de actuele rente lager is dan de contractrente. Dat deze consument in beginsel een boeterente moet betalen staat dus vast, concludeert het Kifid.

De consument vraagt een voorlopige aflosnota aan waaruit blijkt dat de consument een boeterente van bijna 12.000 euro zou moeten betalen. Maar in de brief wordt vermeld dat de bedragen op de definitieve aflosnota hiervan kunnen afwijken. Op de definitieve aflosnota, die eind februari 2017 komt, staat een bedrag van ruim 22.000 euro. Deze afwijking heeft te maken met het feit dat Quion in december 2016 haar rentetarief met 0,55% heeft verlaagd.

Tienjarige staatslening uitgangspunt
De Geschillencommissie concludeert dat de geldverstrekker haar rentetarief mag wijzigen en niet verplicht is om de consument voor een rentewijziging te waarschuwen. De rentetarieven van de geldverstrekker zijn te vinden op de website en daarmee voor iedereen en dus ook voor deze consument en zijn adviseur te raadplegen.

De geldverstrekker moet echter dit recht gebruiken op een manier die naar redelijkheid en billijkheid aanvaardbaar is. De consument heeft met feiten onderbouwd aangegeven dat de rentewijziging in december 2016 niet in lijn is met de markt. In dezelfde periode zijn de rentetarieven op de kapitaalmarkt zelfs gestegen.

De Geschillencommissie stelt vast dat Quion in de periode juli 2015 – december 2016 haar rentetarieven niet heeft gewijzigd. De financiële dienstverlener heeft niet weersproken dat voor een rentevast tarief van 15 jaar de rente van een tienjarige staatslening uitgangspunt is. En feit is dat het rentetarief voor een tienjarige staatslening tussen eind november 2016 en eind februari 2017 is gestegen van 0,4% naar 0,56%.

Niet aanvaardbaar
Quion geeft als reden voor de rentewijziging van december 2016 enkel en alleen de veranderende marktomstandigheden aan. Van een financiële dienstverlener mag echter worden gevraagd om met feiten en omstandigheden uit te leggen waarom een rentewijziging redelijk en billijk is. De Geschillencommissie verwijst in dat kader naar de ‘verzwaarde stelplicht’ in de uitspraak van de Commissie van Beroep met nummer 2017-008.

De Geschillencommissie concludeert dat de geldverstrekker het recht om de rente te wijzigen heeft gebruikt op een manier die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet aanvaardbaar is. Met als gevolg dat aan de consument een te hoge boeterente in rekening is gebracht. Quion moet de boeterente opnieuw berekenen, waarbij de vergelijkingsrente moet aansluiten op het voor deze consument geldende rentetarief van eind november 2016.

Omdat de consument heeft gekozen voor een niet-bindend advies is de uitspraak van de Geschillencommissie (GC 2018-544) in deze klacht niet-bindend.

Bron: Kifid

www.findinet.nl/newsletter/
Klik op de banner en ontvang de wekelijkse Nieuwsbrief van Findinet op proef.

GEEN REACTIES