DEEL 16 : Verbond van Verzekeraars /modernisering distributie (IDD) meer dan welkom

© Verbond van Verzekeraars

De redactie van Findinet heeft sinds 8 september 2016 uitvoerig stilgestaan bij de belangrijkste wijzigingen die in het verschiet lagen, bij invoering van de :
Insurance Distribution Directive (IDD)
Vervolg op publicatie van : 17 augustus 2017

In de vandaag verschenen Nieuwsbrief van Het Verbond van Verzekeraars zet beleidsadviseur Harold Mahadew de zaken via
7 kernvragen op een rijtje:

De richtlijn wordt vanaf 23 februari 2018 van kracht. “Dat werd tijd ook”, zo stelt hij. “Het distributielandschap is aanzienlijk veranderd. Het is niet meer dan logisch dat Europa oog heeft voor die nieuwe realiteit.”

Mahadew doelt met die nieuwe realiteit onder meer op veranderend klantgedrag, nieuwe risico’s en de opkomst van nieuwe markspelers.

De huidige richtlijn Verzekeringsbemiddeling dateert uit 2002. “Toen bestonden de iPhone, iPad, 4G, Uber, Airbnb, WhatsApp en Spotify nog geen eens.

Wat wil Europa met de nieuwe richtlijn?
Europa wil drie zaken goed regelen: een gelijk speelveld voor alle marktpartijen die verzekeringen distribueren, de consumentenbescherming versterken (ja, de financiële crisis zit nog vers in het geheugen) en de werking van de gemeenschappelijke markt verbeteren.
Is dat gunstig voor Nederlandse verzekeraars?
Zeker wel. Vanaf volgend jaar wordt het principe ‘gelijke monniken, gelijke kappen’ meer dan voorheen gehanteerd. Iedere (toekomstige) concurrent, zowel van binnen als van buiten de sector, valt onder de richtlijn. Brussel waakt hierover en heeft het niet meer over verzekeringsbemiddeling, maar over distributie. Daar zijn wij blij mee. Overigens kent de IDD grotendeels een minimumharmonisatie karakter. Dat betekent dat lidstaten verder mogen gaan dan de richtlijn voorschrijft. Bijvoorbeeld op het gebied van consumentenbescherming.

Een FinTech-bedrijf dat verzekeringen wil distribueren, ontkomt straks niet aan de IDD, maar geldt dat ook als de distributie slechts een nevenactiviteit is, zoals bij een reisbureau?
De Europese wetgever heeft echt aandacht voor dit vraagstuk, maar ook voor de risico’s. Zo hoeft een reisbureau of een fietsenhandel meestal geen eigen Wft-vergunning aan te vragen. In Nederland is dit nu al goed geregeld. Dergelijke distributeurs kunnen onder de vergunning van een aanbieder varen, die dan de verantwoordelijkheid draagt. Europa wilde deze vrijstelling eigenlijk schrappen, maar daar hebben wij als Verbond stevig tegen geageerd. Gelukkig met succes. Er geldt straks wel een aantal nieuwe voorwaarden. Als bepaalde premiebedragen worden overschreden, komt een vergunning wel in beeld, maar daar moeten we niet om treuren. Gelet op de doelstellingen van de IDD gaat het ook ergens over.”
En hoe zit dat met de adviseur/bemiddelaar?
Europa maakt een helder onderscheid tussen de verzekeraar (of iemand anders die productontwikkelaar is) en de distributeur (waaronder de adviseur/bemiddelaar).

In de IDD is helder gedefinieerd wie waarvoor verantwoordelijk is.
De verzekeraar moet de distributeur voorzien van informatie zodat deze het product en doelgroep begrijpt.
Distributeurs op hun beurt moeten beschikken over procedures om de informatie te verkrijgen van de verzekeraar.

Dat vraagt dus om samenwerking. De bepalingen zijn voor een deel nieuw voor distributeurs, maar ik hoop dat we niet gelijk met zijn allen in een kramp schieten. Europa wil de consumentenbescherming naar een hoger niveau brengen en verlangt van distributeurs dat ze het verzekeringsproduct en de doelgroep begrijpen voordat ze het adviseren aan consumenten. Dat is toch niet meer dan fair?”
Welke concrete eisen stelt de IDD om een vergunning te krijgen?
Dat zijn heel herkenbare en gangbare normen. Denk aan eisen op het gebied van vakbekwaamheid (minstens 15 uur beroepsopleiding of bijscholing per jaar), betrouwbaarheid (blanco strafblad, niet eerder failliet verklaard, etc.), beroepsaansprakelijkheid (1.250.000 euro per schadegeval en 1.850.000 euro per jaar voor alle schadegevallen) en buitengerechtelijke geschillenbeslechting.

INFORMATIE DOCUMENT (IPID) 
In die zin is er niks nieuws onder de zon?
Jawel hoor.
Nieuw is bijvoorbeeld dat bij schadeverzekeringen een gestandaardiseerd (precontractueel) Europees informatiedocument verplicht wordt gesteld. In Brussels jargon heet dat het Insurance Product Information Document (IPID). Het is een document waarop consumenten heel simpel de belangrijkste kenmerken van een product kunnen zien. Omdat Nederland met de Verzekeringskaarten al iets dergelijks heeft ontwikkeld, hebben wij intensief gelobbyd om ervoor te zorgen dat de IPID zoveel mogelijk overeenkomt met onze Verzekeringskaarten. Die lobby heeft geholpen: de IPID wijkt weliswaar iets af, maar het Europese format biedt genoeg ruimte om door te gaan met de Verzekeringskaarten. Het Verbond streeft er overigens naar om de conversie van de Verzekeringskaarten naar het IPID-format voor verzekeraars zo geruisloos mogelijk te laten verlopen. Het wordt voor distributeurs zo eenvoudig mogelijk gemaakt om het aan de klant te verstrekken.

Ligt Nederland op schema?
Ja, hoewel de Europese distributie-lat vanaf februari een stuk hoger komt te liggen, is de impact voor de Nederlandse markt te overzien. Zeker als we kijken naar de nationale wet- en regelgeving die al van kracht is. Het ministerie van Financiën heeft al in december 2016 de markt geconsulteerd in verband met de aanpassingen in de Wft. Het besluit zal naar verwachting dit najaar worden geconsulteerd. Mocht het onverhoopt toch gaan knellen, dan trekken we zeker aan de bel, in Brussel en in Den Haag. De tot nu toe beschikbare informatie biedt marktpartijen voldoende handvatten om zich voor te bereiden op de implementatie vanuit de eigen rollen en verantwoordelijkheden, maar vooral ook in goede samenwerking. Wij zijn hierover in gesprek, onder andere met Adfiz en de OvFD, en houden zeker een vinger aan de pols.”

GEEN REACTIES