Toezichthouders willen strengere hypotheeknormen

Toezichthouders willen strengere hypotheeknormen
© Pixabay

De Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank zijn tegen de plannen van het kabinet om de hypotheeknormen vanaf 2021 opnieuw te verruimen. Zij vinden de huidige hypotheeknormen al te royaal en pleiten voor meer inkomensbuffers voor huishoudens.

In de internetconsultatie voor de Wijzigingsregeling hypothecair krediet 2021, die 1 september sloot, stelt het ministerie van Financiën voor dat hypotheekaanbieders bij tweeverdieners kunnen uitgaan van een financieringslastpercentage dat wordt berekend op basis van het hoogste toetsinkomen vermeerderd met negentig procent van het lagere toetsinkomen. Een jaar geleden was dit al verhoogd naar tachtig procent van het lagere toetsinkomen.

Corona
AFM en DNB vinden dit niet verantwoord. Bij het vaststellen van de leennormen zou juist het verminderen van de financiële kwetsbaarheid van huishoudens een belangrijk uitgangspunt moeten zijn, schrijven zij in een brief aan de ministeries van Financiën en Binnenlandse Zaken. Zeker gezien de coronacrisis en de daarmee samenhangende recessie. De leennormen dienen te borgen dat huishoudens zelfs bij een maximale financieringslast een bepaalde inkomensterugval of uitgavenstijging aankunnen zonder in problemen te komen.

Tweeverdieners krijgen volgend jaar al meer financiële ruimte door de geleidelijke afbouw van de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting. De toezichthouders vinden het niet opportuun om deze stijging van het netto inkomen direct door te vertalen naar meer ruimte om te lenen, gegeven de onzekere economische vooruitzichten.

Overigens, wijzen zij erop, zal verruiming van de leenruimte in de praktijk niet leiden tot meer toegankelijkheid tot de woningmarkt, maar vooral tot hogere huizenprijzen en dito hypotheekschulden.

Standaard huishoudtype
Ander bezwaar van de toezichthouders is dat de leennormensystematiek is gebaseerd op één standaardhuishoudtype. De buffers van huishoudens met een andere gezinssamenstelling kunnen aanzienlijk afwijken van die van het standaardhuishouden. Daardoor beschermen de leennormen niet alle huishoudens in dezelfde mate tegen overkreditering. Bepaalde huishoudens, zoals eenverdieners met meer kinderen, lopen meer risico. Net als (aanstaande) AOW’ers. De koopkracht van deze groep zal dalen gedurende de looptijd van de hypotheek, maar daarmee wordt in de leennormen onvoldoende rekening gehouden. De AFM en DNB pleiten er daarom voor om een ‘representatiever’ huishoudtype als standaard te gebruiken.

Verduurzaming
Ook de kabinetsambitie om eigen woningen te verduurzamen kan tot problemen leiden bij huishoudens. Wie met geleend geld heeft geïnvesteerd in verduurzamingsmaatregelen,  moet niet in de problemen komen wanneer de energiebesparing tegen zou vallen tijdens de looptijd van het krediet. (Eind augustus bleek al uit een onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving dat verduurzaming van de eigen woning vooralsnog financieel onaantrekkelijk is voor huishoudens, red.) De toezichthouders pleiten ervoor om binnen de leennormen als standaard van een minder energiezuinige woning uit te gaan.

GEEN REACTIES