DEEL 15 : Tweede termijn Minister Hoekstra

Minister ziet geen overtreding provisieverbod bij lijfrenterekeningen
bron: Rijksoverheid

verzekeraars
Vervolg op :
DEEL 14 : Motie (11) t.z.v. Marktbrede verkenning bij Advies

De Voorzitter : 
“Ik kijk naar de minister.
Kan hij meteen reageren of heeft hij nog niet alle moties?”

Minister Hoekstra:
Voorzitter. Ik kan meteen reageren, maar ik heb nog niet alle moties voor me.

De voorzitter:
Dat snap ik. Dan wachten wij een ogenblik.”

Minister Hoekstra:
“Ik heb nog niet alle moties voor me. Ik heb wel de eerste drie moties van de bode gekregen. Laat ik beginnen.”

Voorzitter. Hartelijk dank voor de moties en voor het verder fijn slijpen van de onderwerpen door de diverse leden van uw huis. De heer Nijboer had zijn pauze zeer nuttig besteed, of misschien niet eens zijn pauze maar al het stuk dat eraan voorafging, want hij was al weer wijzer dan ik over wat wel en niet te vinden is. Kijk, het is goed om te schetsen — en dat was ik hem ook nog schuldig — wat wel en niet transparant moet zijn. Wat transparant moet zijn, is de vorm, bijvoorbeeld door middel van provisie of door middel van directe betaling door de klant enzovoort. Wat niet transparant hoeft te zijn, maar het soms wel is, is de hoogte. Dat verklaart ook de uitkomst van de zoektocht die de heer Nijboer naar meerdere websites heeft gedaan. De regels die daarover gaan worden ook gehandhaafd, maar die zijn, zo begrijp ik wel, minder fraai dan de heer Nijboer misschien zou willen. Ik kom zo meteen nog terug op zijn motie.”

Voorzitter. Dat brengt mij bij het amendement van mevrouw Leijten. Ik meen ook echt wat ik zei. Ik ben misschien wel eens wat ironisch, maar het was geen ironie toen ik zei dat ik dat een ruimhartige toezegging vond. Vooral ook omdat ik het echt eens ben met het punt dat zij en verschillende andere sprekers gemaakt hebben. Ik wil dat serieus laten onderzoeken, maar ik vind niet dat we dit via een amendement moeten doen, precies om de redenen die ik eerder heb geschetst.

Voorzitter. Dan kom ik bij de eerste motie, op stuk nr. 8, van mevrouw Leijten. Daarin vraagt ze met veel nuance of ik zou willen onderzoeken hoe de risico’s kunnen worden verkleind en of ik de Kamer over die uitkomst zou willen informeren. Ik was nog niet direct enthousiast toen ik begon te lezen, maar ik zie die nuance helemaal aan het einde verschijnen en ik ben bereid hierover in gesprek te gaan met de toezichthouders. Ik kan me niet helemaal vinden in alle overwegingen die in de motie zijn opgenomen, maar ik wil het oordeel erover aan de Kamer laten. Dat betekent dat ik daar op een later moment op terugkom, waarbij ik wel in de richting van mevrouw Leijten wil aantekenen dat ik denk dat zij goed verstaan heeft wat ik meer ten principale vind van die afweging.”

Voorzitter. Dat brengt mij bij de tweede motie, op stuk nr. 9. Ik zei net al wat over die actieve transparantie. Daar gaat de motie van de heer Nijboer over. Daar zou ik echt even de bal het werk willen laten doen. Ik zou die motie willen ontraden. Ik snap wel dat hij zegt dat als je er het licht op zet, het zou kunnen zijn dat de bedrijfsactiviteiten in ieder geval op dit punt ophouden te bestaan.

Dat is volgens mij zijn conclusie en die zou in zekere zin ook terecht zijn, maar ik zou de bal even het werk willen laten doen.

Ik ben bij de derde motie, op stuk nr. 10, van de heer Nijboer, over vergelijkingssites. Hoezeer we net ook gewisseld hebben wat onder de passieve en actieve informatieplicht valt en wat zij wel en niet moeten produceren, wil ik de motie toch ontraden. Hiervoor zou hetzelfde moeten gelden als voor andere schadeprovisies, dus eerst overleg en gesprekken met de stakeholders en daar wellicht op terugkomen.

Voorzitter. Ik ben bij de motie op stuk nr. 11 van de heer Paternotte.

De voorzitter:
Een ogenblikje. Ik geef eerst de heer Nijboer het woord.”

De heer Nijboer (PvdA):
“Begrijp ik het goed dat de minister wel bereid is om te kijken of het nou wel zo goed geregeld is met de vergelijkingswebsites? Aan alleen het zinnetje “wij worden betaald met provisies” ergens driehoog-achter op een site heeft natuurlijk niemand iets.”

Minister Hoekstra:
Dat wil ik best doen in het proces dat ik toch al ga aflopen. Ik wil dat de heer Nijboer ook best toezeggen. Maar de motie zoals die opgesteld is, wil ik ontraden. Als we elkaar daarin kunnen vinden, krijgt hij volgens mij veel van wat hij inhoudelijk wil, maar niet alles wat hij procedureel wil. Dat is toch erg soepel?”

De heer Nijboer (PvdA):
“Ik heb altijd liever dat het oordeel over een motie aan de Kamer is, maar ik vind het winst dat de minister bij het schetsen van de voor- en nadelen bereid is om de vergelijkingssites mee te nemen.”

Minister Hoekstra:
“Ja.”

De heer Nijboer (PvdA):
Dat is een stap verder. Ik heb de eindconclusie al getrokken en laat de minister graag ook tot die conclusie komen in de komende maanden.

Minister Hoekstra:
Dat komt omdat de heer Nijboer veel sneller van begrip is dan ik. Ik moet er echt nog even op studeren.”

“Dat brengt mij bij de vierde motie, op stuk nr. 11, over onafhankelijk advies, van de leden Paternotte en Leijten. Onafhankelijk advies is van groot belang. De invulling van het begrip moet voor de praktijk werkbaar zijn en moet voor consumenten toegevoegde waarde hebben; daar gaat het natuurlijk om. Ook in deze motie word ik opgeroepen om in gesprek te gaan met stakeholders. Dat lijkt mij wederom een goed idee. Ik wil ook deze motie daarom aan het oordeel van de Kamer laten.”

“Voorzitter. Ik dacht eerst dat ik vijf moties moest doen, maar ik denk dat ik hiermee alle vragen heb beantwoord en mijn opvattingen over alle moties met de Kamer heb gedeeld.”

“Dank u wel.”

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Dat heeft u zeker. Daarmee komen wij aan het eind van het debat, onder dankzegging aan eenieder die ons heeft gevolgd, de minister en de Kamerleden. Ik sluit voor vandaag de vergadering.

Vervolg :
DEEL 16 : De vragen die men over het hoofd zag.

GEEN REACTIES